rs_fm_dta_frmt_props_nl.xml 16 KB

123456789101112131415161718192021222324252627282930313233343536373839404142434445464748495051525354555657585960
  1. <stringTable usage="Uses CCLMessageFile.xsd">
  2. <component name="RS">
  3. <section name="Frm">
  4. <string id="currencyCode">Geeft de valuta aan die moet worden gebruikt. Het standaard valutateken wordt weergegeven, tenzij de waarden van de eigenschappen "Valutaweergave" en "Valutateken" worden gewijzigd. De standaardwaarde wordt overgenomen van het model.</string>
  5. <string id="useIntlSymbol">Geeft aan of het internationale of het lokale valutateken wordt weergegeven. Standaard wordt het lokale valutateken weergegeven.</string>
  6. <string id="currencySymbol">Geeft een of meer tekens aan als het symbool voor het aangeven van de lokale valuta. Dit symbool staat vóór het bedrag en eventuele andere tekens, ook als dit teken aan het begin staat. Een spatie tussen het symbool en de numerieke waarde kan worden opgegeven door de spatie in deze eigenschap na het symbool in te voeren. De standaardwaarde wordt overgenomen van de taal van de gebruiker.</string>
  7. <string id="intlCurrencySymbol">Geeft een of meer tekens aan die worden gebruikt als symbool voor het aangeven van de internationale valuta. Dit symbool vervangt het valutateken. Een spatie tussen het symbool en de numerieke waarde kan worden opgegeven door de spatie in deze eigenschap na het symbool in te voeren. De standaardwaarde wordt overgenomen van de taal van de gebruiker.</string>
  8. <string id="useTrailingSymbol">Geeft aan waar het valutateken wordt weergegeven. Als Einde is geselecteerd, worden de spaties na het teken of de tekens in de eigenschappen van het valutateken of het internationale valutateken weergegeven tussen het getal en het symbool. De standaardwaarde wordt overgenomen van de taal van de gebruiker.</string>
  9. <string id="percentSymbol">Geeft aan of de waarden per honderd (procent) of per duizend worden weergegeven. Het symbool wordt toegevoegd aan het getal en elk volgteken. Een spatie tussen de numerieke waarde en het symbool kan worden opgegeven door de spatie in deze eigenschap na het symbool in te voeren. De standaardwaarde wordt overgenomen van de taal van de gebruiker.</string>
  10. <string id="percentScale">De schaal die na het opmaken op de waarden moet worden toegepast Indien overgeslagen, wordt er geen percentageschaal toegepast en wordt de waarde opgemaakt volgens de normale plaats voor decimalen met het percentagesymbool (of promille-symbool).</string>
  11. <string id="units">Geeft de maateenheid van de waarde aan. Deze eigenschap wordt genegeerd als er onderdelen van een dag of tijd worden weergegeven. De standaardwaarde wordt overgenomen van de taal van de gebruiker.</string>
  12. <string id="dateStyle">Geeft de datumnotatie aan. De weergave van de resultaten wordt bepaald door de taal. Doorgaans worden bij Kort alleen nummers gebruikt, bij Normaal enkele afkortingen, bij Lang volledige woorden en bij Volledig alle beschikbare details.</string>
  13. <string id="dateSeparator">Geeft het teken aan dat wordt weergegeven tussen het jaar, de maand en de dag. De standaardwaarde wordt overgenomen van de taal van de gebruiker.</string>
  14. <string id="displayOrder">Geeft de volgorde aan waarin de dag, de maand en het jaar worden weergegeven. De standaardwaarde wordt overgenomen van de taal van de gebruiker.</string>
  15. <string id="showEra">Geeft aan of de jaartelling wordt weergegeven. De standaardwaarde wordt overgenomen van de taal van de gebruiker.</string>
  16. <string id="showYears">Geeft aan of het jaar wordt weergegeven. De eerste twee cijfers van het jaar, die de eeuw aanduiden, kunnen worden ingesteld door een van de bijbehorende eigenschapswaarden te selecteren. De standaardwaarde wordt overgenomen van de taal van de gebruiker.</string>
  17. <string id="showYearsBoolean">Geeft aan of het jaar wordt weergegeven. Gebruik deze eigenschap alleen wanneer het rapport geheel in de database wordt verwerkt en er geen lokale verwerking nodig is. De bijbehorende databasekolommen moeten een JAAR-MAAND-interval hebben, niet een DAG-TIJD-interval.</string>
  18. <string id="showMonths">Geeft aan of de maand wordt weergegeven. De notatie van de maand kan worden ingesteld door een van de beschikbare notaties te selecteren. De standaardwaarde wordt overgenomen van de taal van de gebruiker.</string>
  19. <string id="showMonthsBoolean">Geeft aan of de maand wordt weergegeven. Gebruik deze eigenschap alleen wanneer het rapport geheel in de database wordt verwerkt en er geen lokale verwerking nodig is. De bijbehorende databasekolommen moeten een JAAR-MAAND-interval hebben, niet een DAG-TIJD-interval.</string>
  20. <string id="showWeekday">Geeft aan of de weekdag wordt weergegeven. De notatie van de weekdag kan worden ingesteld door een van de beschikbare notaties te selecteren. De standaardwaarde wordt overgenomen van de taal van de gebruiker.</string>
  21. <string id="showDays">Geeft aan of de dag wordt weergegeven. De notatie van de dag kan worden ingesteld door een van de specifieke notaties te selecteren. Als u Juliaans selecteert, wordt de dag van het jaar met 3 tekens weergegeven. De standaardwaarde wordt overgenomen van de taal van de gebruiker.</string>
  22. <string id="calendar">Geeft het kalendertype aan dat moet worden weergegeven. De datumwaarden worden eerst aan de geselecteerde kalender toegewezen en vervolgens opgemaakt. De standaardwaarde wordt overgenomen van de taal van de gebruiker. De instelling Japanese Imperial geldt alleen voor het Japans.</string>
  23. <string id="timeStyle">Geeft de tijdstijl aan die moet worden weergegeven. De taal is bepalend voor de exacte resultaten die worden weergegeven. Doorgaans worden bij Kort de gegevens minimaal weergegeven, bij Lang worden ook de seconden weergegeven en bij Volledig worden alle details inclusief de tijdzone weergegeven. De standaardwaarde wordt overgenomen van de taal van de gebruiker.</string>
  24. <string id="timeSeparator">Geeft het teken aan dat wordt weergegeven tussen het uur, de minuut en de seconde. De standaardwaarde wordt overgenomen van de taal van de gebruiker.</string>
  25. <string id="showAmPm">Geeft aan of het symbool AM of PM wordt weergegeven. De standaardwaarde wordt overgenomen van de taal van de gebruiker.</string>
  26. <string id="showTimeZone">Geeft aan of de tijdzone wordt weergegeven. De standaardwaarde wordt overgenomen van de taal van de gebruiker.</string>
  27. <string id="showHours">Geeft aan of de uren worden weergegeven. De standaardwaarde wordt overgenomen van de taal van de gebruiker.</string>
  28. <string id="showMinutes">Geeft aan of de minuten worden weergegeven. De notatie van de minuten kan worden ingesteld door een van de specifieke notaties te selecteren. De standaardwaarde wordt overgenomen van de taal van de gebruiker.</string>
  29. <string id="showSeconds">Geeft aan of de seconden worden weergegeven. De notatie van de seconden kan worden ingesteld door een van de specifieke notaties te selecteren. De standaardwaarde wordt overgenomen van de taal van de gebruiker.</string>
  30. <string id="showMilliseconds">Geeft aan of de milliseconden worden weergegeven. De notatie van de milliseconden kan worden ingesteld door een van de specifieke notaties te selecteren. Deze eigenschap wordt genegeerd als er geen seconden worden weergegeven. De standaardwaarde wordt overgenomen van de taal van de gebruiker.</string>
  31. <string id="clock">Geeft aan of de tijd in de 12-uursnotatie of de 24-uursnotatie wordt weergegeven. De standaardwaarde wordt overgenomen van de taal van de gebruiker.</string>
  32. <string id="decimalSize">Geeft het aantal cijfers aan dat rechts van het decimaalteken moet worden weergegeven. Als deze eigenschap niet is ingesteld, hangt het aantal decimalen af van het weergegeven cijfer.</string>
  33. <string id="decimalDelimiter">Geeft het teken aan dat als decimaalteken wordt weergegeven (het scheidingsteken tussen niet-decimale getallen en decimalen). Deze eigenschap wordt genegeerd als er geen decimalen worden weergegeven. De standaardwaarde wordt overgenomen van de taal van de gebruiker.</string>
  34. <string id="scale">Geeft aan hoeveel cijfers het decimaalteken voor opmaakdoeleinden wordt verplaatst. U kunt het decimaalteken bijvoorbeeld drie plaatsen opschuiven om waarden in duizenden weer te geven. De standaardwaarde wordt overgenomen van het databaseveld.</string>
  35. <string id="sign">Geeft aan hoe negatieve getallen worden weergegeven. De standaardwaarde wordt overgenomen van de taal van de gebruiker.</string>
  36. <string id="useTrailingSign">Geeft aan waar het teken voor negatieve getallen wordt weergegeven. De standaardwaarde wordt overgenomen van de taal van de gebruiker.</string>
  37. <string id="useGrouping">Geeft aan of het groeperingsscheidingsteken wordt weergegeven volgens de definitie van de eigenschap Groepsgrootte. De standaardwaarde wordt overgenomen van de taal van de gebruiker.</string>
  38. <string id="groupSize">Geeft de primaire groeperingsgrootte aan. Als er een waarde is opgegeven, geeft dit aan hoeveel cijfers links van de komma worden gegroepeerd en worden gescheiden door het duizendteken. De standaardwaarde wordt overgenomen van de taal van de gebruiker.</string>
  39. <string id="groupSecondarySize">Geeft de secundaire groeperingsgrootte aan. Als er een waarde is opgegeven, geeft dit aan hoeveel cijfers links van de primaire groep worden gegroepeerd en worden gescheiden door het duizendteken. Als deze eigenschap niet wordt ingevuld, is de secundaire groep met cijfers even groot als de primaire groep met cijfers zoals is opgegeven door de eigenschap Groepsgrootte (cijfers). De standaardwaarde wordt overgenomen van de taal van de gebruiker.</string>
  40. <string id="maxDigits">Geeft het maximumaantal cijfers aan dat kan worden weergegeven. Als het maximumaantal cijfers niet voldoende is om de waarde weer te geven, wordt er een wetenschappelijke notatie gebruikt. De standaardwaarde wordt overgenomen van de taal van de gebruiker.</string>
  41. <string id="minDigits">Geeft het minimumaantal cijfers aan dat kan worden weergegeven. Als het minimumaantal cijfers niet voldoende is om de waarde weer te geven, wordt het opvulteken gebruikt. De standaardwaarde wordt overgenomen van de taal van de gebruiker.</string>
  42. <string id="paddingCharacter">Geeft het teken aan voor het opvullen van waarden met minder cijfers dan het minimumaantal cijfers. De standaardwaarde wordt overgenomen van de taal van de gebruiker.</string>
  43. <string id="useScientific">Geeft aan of de waarden met exponenten in wetenschappelijke notatie worden weergegeven. Als deze eigenschap is ingesteld op Nee, wordt er geen wetenschappelijke notatie gebruikt. Is deze eigenschap niet opgegeven, dan wordt de wetenschappelijke notatie alleen gebruikt als de waarde langer is dan het maximumaantal cijfers. De standaardwaarde wordt overgenomen van de taal van de gebruiker.</string>
  44. <string id="exponentSymbol">Geeft het teken aan waarmee exponenten worden aangeduid als er een wetenschappelijke notatie wordt gebruikt. Het symbool staat na het getal. Tussen het getal en het symbool staat een spatie. De standaardwaarde wordt overgenomen van de taal van de gebruiker.</string>
  45. <string id="exponentSize">Geeft het aantal cijfers aan dat moet worden weergegeven na de exponent als er een wetenschappelijke notatie wordt gebruikt.</string>
  46. <string id="whenMissing">Het teken of de tekens die moeten worden weergegeven wanneer de waarde ontbreekt. Als er geen waarde voor deze eigenschap is opgegeven, wordt er een lege reeks weergegeven.</string>
  47. <string id="whenZero">Geeft het teken of de tekens aan die moeten worden weergegeven wanneer de waarde nul is. Als er geen waarde voor deze eigenschap is opgegeven, bepaalt de eigenschap Maximumaantal cijfers hoeveel nullen er worden weergegeven.</string>
  48. <string id="pattern">Geeft een presentatie-indeling aan die is gebaseerd op patronen. De patroonindeling heeft voorrang op de indeling die is opgegeven in de andere eigenschappen. Als u bijvoorbeeld de datum wilt indelen als 2012/12/31 23:59:59 PM, gebruikt u het patroon yyyy/MM/dd uu:mm:ss aa. Als u bijvoorbeeld de letter K wilt gebruiken voor een indeling in duizenden, stelt u Type indeling in op Getal, Schaal op -3 (om 000 te verwijderen) en wijzigt u vervolgens het patroon in ####K.</string>
  49. <string id="groupDelimiter">Geeft aan hoe groepen cijfers van elkaar worden gescheiden, zoals bij duizendtallen. Deze eigenschap wordt alleen gebruikt als u de eigenschap Scheidingsteken voor duizendtallen inschakelt. De standaardwaarde wordt overgenomen van de taal van de gebruiker.</string>
  50. <string id="whenNegative">Geeft voor negatieve getallen een presentatie-indeling aan die is gebaseerd op patronen. Er bestaan enige beperkingen. Het numerieke deel van het negatieve patroon wordt genegeerd. Alleen het suffix en het prefix worden gebruikt. In het patroon ABC#.##0,#EFG is ABC bijvoorbeeld het prefix, is EFG het suffix en is "#.##0,#" het numerieke deel van het patroon.</string>
  51. <string id="whenSecurityError">Geeft de tekens aan die moeten worden weergegeven als de op te maken waarde uit veiligheidsoverwegingen niet beschikbaar was. De standaardwaarde is #!Security. De opmaak wordt alleen toegepast als de gegevensbron deze foutvoorwaarde ondersteunt.</string>
  52. <string id="whenAnyError">Geeft de tekens aan die moeten worden weergegeven als de op te maken waarde vanwege een fout niet beschikbaar was. Deze eigenschap wordt overschreven door meer specifieke opmaakfoutvoorwaarden zoals tekens van beveiligingsfouten. De standaardwaarde is twee streepjes (--). De opmaak wordt alleen toegepast als de gegevensbron deze foutvoorwaarde ondersteunt.</string>
  53. <string id="whenNotApplicable">Geeft de tekens aan die moeten worden weergegeven als de op te maken waarde niet van toepassing is. De standaardwaarde is twee streepjes (--). De opmaak wordt alleen toegepast als de gegevensbron deze foutvoorwaarde ondersteunt.</string>
  54. <string id="whenDivideZero">Geeft de tekens aan die moeten worden weergegeven als een numerieke waarde het resultaat is van delen door nul. De standaardwaarde is /0. De opmaak wordt alleen toegepast als de gegevensbron deze foutvoorwaarde ondersteunt.</string>
  55. <string id="whenNumericOverflow">Geeft de tekens aan die moeten worden weergegeven als een numerieke waarde het resultaat is van een numerieke overloop. De standaardwaarde is twee streepjes (--). De opmaak wordt alleen toegepast als de gegevensbron deze foutvoorwaarde ondersteunt.</string>
  56. <string id="stringDigitShaping">Geeft de optie voor vormen van cijfers aan die wordt toegepast. Als Nationaal geselecteerd is, worden de vormen van de cijfers bepaald op basis van de inhoudstaal van de gebruiker. Als Contextueel geselecteerd is, worden de vormen van de cijfers bepaald op basis van aangrenzende tekens in de waarde. Als bijvoorbeeld de letter die aan het cijfer voorafgaat links-naar-rechts gericht is, wordt het getal afgebeeld als Europees getal. Als het meest recente sterk directionele teken voorafgaande aan het cijfer rechts-naar-links gericht is, wordt het getal afgebeeld in Arabisch/Indische indeling. Als er geen sterk directionele tekens aanwezig zijn voorafgaande aan het cijfer, wordt het getal afgebeeld aan de hand van de basisrichting van de tekst van het veld. Als Geen geselecteerd is, wordt er geen vorming uitgevoerd en ziet u de waarde zoals die in de gegevensbron verschijnt. De standaardwaarde is afhankelijk van het type waarde. Als de waarde een tekenreeks is, is de standaardwaarde Geen.</string>
  57. <string id="nonStringDigitShaping">Geeft de optie voor vormen van cijfers aan die wordt toegepast. Als Nationaal geselecteerd is, worden de vormen van de cijfers bepaald op basis van de inhoudstaal van de gebruiker. Als Geen geselecteerd is, wordt er geen vorming uitgevoerd en ziet u de waarde zoals die in de gegevensbron verschijnt. De standaardwaarde is afhankelijk van het type waarde. Als de waarde een getal is, is de standaardwaarde de ICU-standaardwaarde voor de taal.</string>
  58. </section>
  59. </component>
  60. </stringTable>