123456789101112131415161718192021222324252627282930313233343536373839404142434445464748495051525354555657585960616263646566676869707172737475767778798081828384858687888990919293949596979899100101102103104105106107108109110111112113114115116117118119120121122123124125126127128129130131132133134135136137138139140141142143144145146147148149150151152153154155156157158159160161162163164165166167168169170171172173174175176177178179180181182183184185186187188189190191192193194195196197198199200201202203204205206207208209210211212213214215216217218219220221222223224225226227228229230231232233234235236237238239240241242243244245246247248249250251252253254255256257258259260261262263264265266267268269270271272273274275276277278279280281282283284285286287288289290291292293294295296297298299300301302303304305306307308309310311312313314315316317318319320321322323324325326327328329330331332333334335336337338339340341342343344345346347348349350351352353354355356357358359360361362363364365366367368369370371372373374375376377378379380381382383384385386387388389390391392393394395396397398399400401402403404405406407408409410411412413414415416417418419420421422423424425426427428429430431432433434435436437438439440441442443444445446447448449450451452453454455456457458459460461462463464465466467468469470471472473474475476477478479480481482483484485486487488489490491492493494495496497498499500501502503504505506507508509510511512513514515516517518519520521522523524525526527528529530531532533534535536537538539540541542543544545546547548549550551552553554555556557558559560561562563564565566567568569570571572573574575576577578579580581582583584585586587588589590591592593594595596597598599600601602603604605606607608609610611612613614615616617618619620621622623624625626627628629630631632633634635636637638639640641642643644645646647648649650651652653654655656657658659660661662663664665666667668669670671672673674675676677678679680681682683684685686687688689690691692693694695696697698699700701702703704705706707708709710711712713714715716717718719720721722723724725726727728729730731732733734735736737738739740741742743 |
- <stringTable usage="Uses CCLMessageFile.xsd">
- <component name="RS">
- <section name="Mn">
- <string id="styleVariable">Geeft een variabele aan op basis waarvan het object voorwaardelijk kan worden opgemaakt.</string>
- <string id="conditionalRender">Geeft een variabele aan op basis waarvan het object voorwaardelijk kan worden weergegeven.</string>
- <string id="blockVariable">Geeft een variabele aan op basis waarvan het blok voorwaardelijk kan worden weergegeven.</string>
- <string id="currentBlock">Geeft aan welk blok er momenteel wordt bewerkt.</string>
- <string id="sourceText_conditional">Geeft een variabele aan op basis waarvan de tekst kan worden gekozen.</string>
- <string id="sourceHtml_conditional">Geeft een variabele aan op basis waarvan de HTML-bron wordt gekozen.</string>
- <string id="sourceUrl_conditional">Geeft een variabele aan op basis waarvan de URL-bron kan worden gekozen.</string>
- <string id="conditionalStyle">Geeft de voorwaarden en opmaakstijlen voor het object aan.</string>
- <string id="noDataHandler">Geeft aan wat er in een gegevenscontainer verschijnt als er geen gegevens van de database beschikbaar zijn. Als u dit instelt op Geen inhoud, wordt er een blanco gegevenscontainer afgebeeld, bijvoorbeeld een lege lijst. Als u Inhoud die is opgegeven in de tab Geen gegevens opgeeft, wordt die inhoud afgebeeld. U kunt elk object uit de tab Toolbox opgeven. Als u Opgegeven tekst (standaardwaarde) kiest, wordt de door u opgegeven tekst afgebeeld.</string>
- <string id="sourceText_type">Geeft het brontype van de tekst aan.</string>
- <string id="sourceText_text">Geeft de statische tekst aan die moet worden weergegeven.</string>
- <string id="sourceText_dataItemValue">Geeft de gegevensitemwaarde aan die bepaalt welke tekst wordt weergegeven.</string>
- <string id="sourceText_dataItemLabel">Geeft het gegevensitemlabel aan dat bepaalt welke tekst wordt weergegeven.</string>
- <string id="sourceText_reportexpr">Geeft de rapportexpressie aan die bepaalt welke tekst wordt weergegeven.</string>
- <string id="sourceHtml_type">Geeft het brontype van de HTML-tekst aan.</string>
- <string id="sourceHtml_html">Geeft de statische tekst aan die wordt gebruikt als HTML.</string>
- <string id="sourceHtml_dataItemValue">Geeft de gegevensitemwaarde aan die de weer te geven HTML bepaalt.</string>
- <string id="sourceHtml_dataItemLabel">Geeft het gegevensitemlabel aan dat de weer te geven HTML bepaalt.</string>
- <string id="sourceHtml_reportexpr">Geeft de rapportexpressie aan die wordt gebruikt om de weer te geven HTML te bepalen.</string>
- <string id="sourceUrl_type">Geeft het brontype van de URL aan.</string>
- <string id="sourceUrl_url">Geeft de URL aan met behulp van statische tekst.</string>
- <string id="sourceUrl_imgUrl">Geeft de URL aan met behulp van statische tekst.</string>
- <string id="sourceUrl_dataItemValue">Geeft de gegevensitemwaarde aan die de URL bepaalt.</string>
- <string id="sourceUrl_dataItemLabel">Geeft het gegevensitemlabel aan dat de URL bepaalt.</string>
- <string id="sourceUrl_reportexpr">Geeft de rapportexpressie aan waarmee de URL wordt vastgelegd.</string>
- <string id="sourceBookmark_type">Geeft het brontype van de bladwijzer aan.</string>
- <string id="sourceBookmark_label">Geeft de statische tekst aan waarmee de bladwijzer wordt vastgelegd. De waarde die wordt gebruikt als de bladwijzerverwijzing, moet gelijk aan deze waarde zijn.</string>
- <string id="sourceBookmark_dataItemValue">Geeft de gegevensitemwaarde aan die de bladwijzer bepaalt. De waarde die wordt gebruikt als de bladwijzerverwijzing, moet gelijk aan deze waarde zijn.</string>
- <string id="sourceBookmark_dataItemLabel">Geeft het gegevensitemlabel aan dat de bladwijzer bepaalt. De waarde die wordt gebruikt als de bladwijzerverwijzing, moet gelijk aan deze waarde zijn.</string>
- <string id="sourceBookmark_reportexpr">Geeft de rapportexpressie aan waarmee de bladwijzer wordt gedefinieerd. De waarde die wordt gebruikt als de bladwijzerverwijzing, moet gelijk aan deze waarde zijn.</string>
- <string id="numericPosition_type">Geeft het brontype voor de numerieke positie aan.</string>
- <string id="numericPosition_number">Geeft de numerieke positie aan met behulp van een nummer.</string>
- <string id="numericPosition_dataItemValue">Geeft de numerieke positie aan met behulp van een gegevensitemwaarde.</string>
- <string id="numericPosition_reportexpr">Geeft de numerieke positie aan met behulp van een rapportexpressie.</string>
- <string id="memberPosition_reportexpr">Geeft de rapportexpressie voor de lidpositie aan.</string>
- <string id="format">Geeft de gegevensindeling van het object aan.</string>
- <string id="reportDrills">Geef definities aan voor doordrillen van rapport tot rapport, bladwijzers en tekst bij het doordrillen voor het object.</string>
- <string id="mapChartDrills">Bepaalt de drilldefinities in een toewijzing. Voor elke regio of punt kunt u aparte drilldoelen vastleggen.</string>
- <string id="SQLSyntax">Geeft de syntaxis van de SQL in de query aan. Een waarde van Cognos SQL geeft aan dat de uitgebreide SQL-92-syntaxis van IBM® Cognos® wordt gebruikt. Een waarde van Native SQL geeft aan dat de eigen database-SQL wordt gebruikt. U kunt IBM Cognos SQL niet gebruiken wanneer de eigenschap Verwerken voor de query is ingesteld op Alleen database; de eigenschap zijn ingesteld op de waarde Beperkte lokale verwerking. De waarde Pass-Through geeft aan dat autonome querytekstsyntaxis wordt gebruikt. De standaardwaarde is Eigen SQL.</string>
- <string id="dataSource">Geeft de querygegevensbron aan.</string>
- <string id="sqlText">De tekst van de ingevoerde SQL. Aangenomen wordt dat deze past bij het type en de gegevensbron. Zo niet, dan kan de query mislukken of tot onverwachte resultaten leiden.</string>
- <string id="mdxText">De tekst van de ingevoerde MDX. Aangenomen wordt dat deze past bij het type en de gegevensbron. Zo niet, dan kan de query mislukken of tot onverwachte resultaten leiden.</string>
- <string id="refQuery">Geeft een verwijzing naar een query aan.</string>
- <string id="refQuery_optional">Geeft een verwijzing naar een query aan.</string>
- <string id="refDataItem">Geeft een verwijzing naar een gegevensitem aan.</string>
- <string id="refDataItemInfo">Geeft een verwijzing naar een gegevensitem aan. U kunt deze waarde niet wijzigen.</string>
- <string id="selectWithTreeItem">Geeft de waarden aan die door het promptobject worden gebruikt.</string>
- <string id="useItem">Geeft de waarden aan die door het promptobject worden gebruikt. Deze waarden kunnen verschillen van de waarden die de gebruiker te zien krijgt.</string>
- <string id="displayItem">Geeft de waarden aan die de rapportgebruiker te zien krijgt zodra de prompt wordt gebruikt. Deze waarden kunnen verschillen van de waarden die door het rapport worden gebruikt.</string>
- <string id="staticChoices">Vertegenwoordigt een verzameling statische keuzes die door het promptobject worden gebruikt.</string>
- <string id="listColumnRowSpan">Geeft de groep aan die door deze cel zichtbaar kan worden omvat.</string>
- <string id="rowsPerPage">Hiermee geeft u het maximumaantal rijen op dat tegelijkertijd kan worden weergegeven. U kunt voor de prompts Waarde en Selecteren & zoeken het maximumaantal rijen (standaardinstelling 5000) uitbreiden of beperken.</string>
- <string id="filterDefinition">Hiermee geeft u de expressie op die moet worden geëvalueerd bij het filteren van de gegevens.</string>
- <string id="slicerMemberExpression">Geeft de expressie aan waarmee de segmenteerlidset wordt vastgelegd.</string>
- <string id="autoSummary">Geeft aan of de toepassing voorgestelde aggregatiefuncties voor het aggregeren van gegevensitems zal toepassen en alle niet-geaggregeerde gegevensitems zal groeperen, waarbij groepen en samenvattingsrijen worden gemaakt. Als deze wordt ingesteld op Nee, worden er detailrijen weergegeven.</string>
- <string id="generatedSQL">Toont de gegenereerde SQL of MDX.</string>
- <string id="setOperation">Geeft de instelbewerking aan die moet worden toegepast op een of meer query's, wat resulteert in een projectielijst waarop andere query's kunnen worden gebaseerd.</string>
- <string id="duplicates">Geeft aan of dubbele rijen worden bewaard of verwijderd.</string>
- <string id="projectionList">Toont de lijst met geprojecteerde gegevensitems voor de instelbewerking. U kunt deze lijst automatisch genereren of u kunt handmatig gegevensitems toevoegen.</string>
- <string id="cardinality">Geeft de kardinaliteit voor deze join-operand aan.</string>
- <string id="JoinRelationships">Geeft aan hoe de twee query's worden samengevoegd.</string>
- <string id="dimensionInfo">Geeft dimensiegegevens voor een query aan. Voeg dimensiegegevens toe als de gegevensbron geen dimensiegegevens bevat of als u de gegevens wilt vervangen, uitbreiden of beperken.</string>
- <string id="memberSetStructure">Geeft de ingestelde structuur van een query aan. Als deze niet is gedefinieerd, wordt aangenomen dat iedere gegevensitem een niet-gerelateerde set definieert.</string>
- <string id="masterDetailLinks">Geeft relaties tussen de hoofdgegevenscontainer en de detailgegevenscontainer aan. Geeft met name aan hoe query-items in de hoofdquery gekoppeld zijn aan query-items of parameters in de detailquery.</string>
- <string id="FilterScope">Geeft het bereik van het filter in het aantal niveaus aan.</string>
- <string id="allowUnplottedData">Geeft aan of er gegevens zonder bijbehorende functies mogen worden toegestaan. Wanneer deze optie is ingesteld op Ja, worden gegevens zonder bijbehorende functies genegeerd. Als u Nee selecteert, wordt de toewijzing niet uitgevoerd als deze gegevens bevat zonder bijbehorende functies.</string>
- <string id="catalog">Geeft de OLAP-catalogus aan.</string>
- <string id="reportExpression">Geeft een rapportexpressie aan.</string>
- <string id="propertyList">Geeft een lijst aan met gegevensitems van de query in het bereik om aan het geselecteerde object te koppelen. Dit is noodzakelijk als u wilt verwijzen naar een gegevensitem die in de gekoppelde query is opgenomen, maar niet in de layout wordt gebruikt.</string>
- <string id="postAutoAggregation">Geeft aan of de voorwaarde wordt toegepast vóór of na de aggregatie en samenvatting. Indien waar, is de voorwaarde van toepassing op de samengevatte rijen en een feit, of aggregatie, in de expressie wordt uitgelegd als de cumulatieve waarde van de samengevatte rijen. Indien onwaar, is de voorwaarde van toepassing op de detail-databaserijen van de tabelresultatenset vóór aggregatie of samenvatting, en een feit, of aggregatie, in de expressie wordt uitgelegd als een afzonderlijke databasewaarde voordat deze wordt samengevat. Deze eigenschap heeft geen invloed op de OLAP-gegevensbronnen, op verwijzingen naar niet-geaggregeerde items of wanneer automatische samenvatting is uitgeschakeld.</string>
- <string id="queryOperationName">Geeft het unieke naam-ID voor een query-bewerking aan.</string>
- <string id="SQLName">Geeft het unieke naam-ID voor een SQL-object aan.</string>
- <string id="MDXName">Geeft het unieke naam-ID voor een MDX-object aan.</string>
- <string id="solveOrder">Geeft de oplosvolgorde in kruistabellen en diagrammen aan. Het item met de laatste oplosvolgordewaarde wordt het eerst berekend, gevolgd door de een na laagste waarde, enz. Bij identieke waarden worden in kruistabellen eerst kolomitems berekend, dan rij-items en vervolgens de meetwaarde. Bij tabellen worden items op de X-as eerst berekend en daarna de items van de legenda.</string>
- <string id="dataLocale">Geeft de taal van de gegevens aan.</string>
- <string id="showDataRangeInLegend">Geeft aan of het volledige gegevensbereik in de legenda wordt weergegeven. Bij Nee worden alleen de waarden van het palet weergegeven.</string>
- <string id="showAxisLabels">Hiermee geeft u op of de aslabels worden weergegeven of verborgen. Deze eigenschap is alleen van toepassing op verouderde diagrammen.</string>
- <string id="v2_axisLabels">Hiermee geeft u op of de aslabels worden weergegeven of verborgen.</string>
- <string id="detail">Geeft aan of het gegevensitem gebruikt moet worden voor het berekenen van aggregaties of niet. Wordt als instelling Ja gekozen, dan wordt het gegevensitem gebruikt om details op het laagste niveau te aggregeren.</string>
- <string id="useSQLJoinSyntax">Regelt de te genereren syntaxis voor joins. Klik op Impliciet om joins in de WHERE-clausule te genereren. Klik op Expliciet om INNER JOIN-syntaxis te genereren. Als hier niets is opgegeven, wordt de waarde van de bijbehorende regelaar in het model gebruikt.</string>
- <string id="shareResultSet">Geeft aan of een identieke query gedeeld moet worden tussen de gegevenscontainers die de query gebruiken. Gegevenscontainers moeten van het type lijst, herhalingsfunctie of herhalingstabel zijn om query's te kunnen delen en moeten dezelfde groeperingsstructuur en eigenschappen gebruiken. De gegevenscontainers mogen niet opgenomen zijn in een hoofd-/detailrelatie. Wanneer deze instelling op Ja is ingesteld, stuurt de query slechts één verzoek naar de database en wordt het resultaat gedeeld. Als Nee is ingesteld, wordt de query niet gedeeld.</string>
- <string id="layoutSuppress">Geeft opties aan voor het onderdrukken van nulwaarden van het object.</string>
- <string id="DataItemSetMembers">Geeft de leden in de ledenset aan.</string>
- <string id="classLabel">Geeft het klassenlabel voor een lokale klasse aan.</string>
- <string id="classLabelInfo">Geeft het klassenlabel voor een algemene klasse aan. U kunt dit label niet wijzigen.</string>
- <string id="defaultMeasure">Geeft de standaardmeetwaarde aan die moet worden gebruikt voor een kruistabel of diagram. Als de meetwaarden van de kruistabel of het diagram niet kunnen worden bepaald door de weergaven op de randen, dan wordt de standaardmeetwaarde weergegeven.</string>
- <string id="variableType">Geeft het type variabele aan.</string>
- <string id="variableExpression">Geeft de expressie die moet worden geëvalueerd bij het vaststellen van de waarde voor deze variabele.</string>
- <string id="description">Geeft een beschrijving voor het object aan, die als ondersteuning kan dienen bij het bewerken.</string>
- <string id="Groups">Geeft de groeperings- en sorteringsstructuur aan.</string>
- <string id="sortList">Geeft de gewenste sorteervolgorde aan.</string>
- <string id="cellHeightBehavior">Geeft de relatieve hoogte van lijstrijen aan. Deze eigenschap wordt alleen gebruikt wanneer de hoogte van de lijst is gedefinieerd in de eigenschap Grootte en overloop.</string>
- <string id="showColumnTitles">Geeft aan óf en wáár kolomtitels kunnen worden weergegeven.</string>
- <string id="repeater_direction">Geeft de richting aan waarin de weergegeven herhalingscellen moeten worden gevuld.</string>
- <string id="across">Stelt in hoeveel keer de inhoud van het object verticaal of horizontaal wordt weergegeven.</string>
- <string id="down">Geeft aan hoeveel keer omlaag, of rijen, de inhoud van het kader kan worden weergegeven.</string>
- <string id="map">Stelt de toewijzing en de niveaus in voor een kaartdiagram.</string>
- <string id="orientation">Geeft aan of het diagram verticaal of horizontaal wordt weergegeven.</string>
- <string id="depth">Hiermee geeft u het drie-dimensionale diepte-effect van het diagram op. Een waarde van nul geeft een plat diagram aan.</string>
- <string id="holeSize">Geeft de grootte van het gat in een ringdiagram aan. Een waarde van nul geeft een cirkeldiagram aan.</string>
- <string id="visualAngle">Geeft in graden de hoek aan waarin de objecten van het diagram worden weergegeven voor een diagram met 3D-effecten. Deze eigenschap is alleen van toepassing op verouderde diagrammen.</string>
- <string id="threeDViewingAngle">Geeft de 3D-weergavehoek van het diagram aan.</string>
- <string id="sliceStartAngle">Hiermee geeft u de hoek op waarmee het eerste segment in een cirkeldiagram begint.</string>
- <string id="v2_explodedSlices">Hiermee geeft u op welke segmenten in het cirkeldiagram moeten worden uitgelicht en hoe ze eruit zien.</string>
- <string id="legendTitle">Hiermee geeft u op of er een legendatitel wordt weergegeven. Deze eigenschap is alleen van toepassing op verouderde diagrammen.</string>
- <string id="v2_legendTitle">Hiermee geeft u op of er een legendatitel wordt weergeven in het diagram.</string>
- <string id="legendSeparator">Hiermee geeft u het scheidingsteken op dat moet worden gebruikt tussen de legendavermelding en de waarde wanneer u waarden in de legenda wilt weergeven. De standaardinstelling is een komma (,) gevolgd door een spatie.</string>
- <string id="axisTitle">Hiermee geeft u op of er een astitel wordt weergegeven. Deze eigenschap is alleen van toepassing op verouderde diagrammen.</string>
- <string id="useDefaultTitle">Hiermee geeft u op of de standaardtitel wordt gegenereerd.</string>
- <string id="cumulationAxis">Hiermee geeft u op of de as voor de cumulatielijn wordt weergegeven.</string>
- <string id="cumulationLabel">Hiermee geeft u op of er een label voor de cumulatielijn wordt weergegeven in de legenda.</string>
- <string id="legendSuffixValues">Hiermee geeft u op welke waarden er in een diagramlegenda worden weergegeven.</string>
- <string id="absoluteLegendPosition">Geeft een vaste positie voor de legenda aan door diens pixelpositie in te stellen.</string>
- <string id="bottomLegendPosition">Geeft de pixelpositie aan van de onderkant van de legenda gemeten vanaf de onderkant van het diagram.</string>
- <string id="leftLegendPosition">Geeft de pixelpositie aan van de linkerkant van de legenda gemeten vanaf de linkerkant van het diagram.</string>
- <string id="rightLegendPosition">Geeft de pixelpositie aan van de rechterkant van de legenda gemeten vanaf de linkerkant van het diagram.</string>
- <string id="topLegendPosition">Geeft de pixelpositie aan van de bovenkant van de legenda gemeten vanaf de onderkant van het diagram.</string>
- <string id="legendPosition">Geeft aan waar de legenda komt te staan.</string>
- <string id="autoFontResizing">Geeft aan of de grootte van het lettertype automatisch mag worden aangepast.</string>
- <string id="maxCharacters">Geeft het maximumaantal tekens aan dat wordt weergegeven voordat de tekst wordt afgekapt.</string>
- <string id="truncationText">Geeft de tekst aan die moet worden toegevoegd als er een label wordt afgekapt.</string>
- <string id="textTruncation">Hiermee geeft u op of en hoe legenda-elementen worden afgekapt.</string>
- <string id="separator">Geeft het scheidingsteken aan dat moet worden gebruikt bij het afbeelden van meerdere waarden.</string>
- <string id="comboType">Hiermee geeft u op of de gegevens worden weergegeven als een staaf, lijn of vlak. Deze eigenschap is alleen van toepassing op verouderde diagrammen.</string>
- <string id="V2ComboType">Hiermee geeft u op of de gegevens worden weergegeven als een staaf, lijn of vlak.</string>
- <string id="threeDComboType">Geeft aan of de gegevens kunnen worden weergegeven als een staaf, lijn of vlak.</string>
- <string id="gridlines">Geeft de eigenschappen van de rasterlijnen in een diagram aan.</string>
- <string id="minorGridlines">Hiermee geeft u de eigenschappen op van de kleine rasterlijnen in een diagram. Deze eigenschap is alleen van toepassing op verouderde diagrammen.</string>
- <string id="v2_minorGridlines">Hiermee geeft u de eigenschappen op van de kleine rasterlijnen in een diagram.</string>
- <string id="v2_majorGridlines">Hiermee geeft u de eigenschappen op van de rasterlijnen in een diagram.</string>
- <string id="axisLine">Hiermee geeft u de eigenschappen op van de aslijn in een diagram. Deze eigenschap is alleen van toepassing op verouderde diagrammen.</string>
- <string id="connectLines">Hiermee geeft u de eigenschappen op van de lijnen die de segmenten van een gestapelde staaf verbinden. Bij gegroepeerde staven wordt deze eigenschap genegeerd. Deze eigenschap is alleen van toepassing op verouderde diagrammen.</string>
- <string id="v2_connectLines">Hiermee geeft u de eigenschappen op van de lijnen die de segmenten van een gestapelde staaf verbinden in een progressief diagram. Bij gegroepeerde staven wordt deze eigenschap genegeerd.</string>
- <string id="noteBorder">Geeft de eigenschappen aan voor het kader rondom een opmerking.</string>
- <string id="showLine">Geeft aan of een lijn kan worden weergegeven. Hiermee kunt u markeringen laten weergeven zonder lijnen.</string>
- <string id="lineStyles">Hiermee geeft u de stijl, kleur en het gewicht van de lijn op.</string>
- <string id="v2_trendLines">Voegt een trendlijn of kromme toe die de algemene richting van de gegevens gedurende een periode aangeeft.</string>
- <string id="v2_trendLineType">Hiermee geeft u het type trendlijn op.</string>
- <string id="v2_trendLineBasedOn">Hiermee geeft u het reeksgegevensitem op waarop de trendlijn is gebaseerd.</string>
- <string id="paretoLineStyles">Hiermee geeft u de stijl, kleur en het gewicht van de lijn op in een Pareto-diagram.</string>
- <string id="setOrdinalWidthScale">Hiermee geeft u de breedte van de staven op als een percentage van de beschikbare ruimte. Als u bijvoorbeeld 50 procent opgeeft, neemt de staaf de helft van de beschikbare ruimte in. De staven zijn van elkaar gescheiden. Als u 100 procent opgeeft, is er geen ruimte tussen de staven. De standaardwaarde is 80.</string>
- <string id="paretoLineMarker">Hiermee geeft u op of er gegevenspunten op het diagram worden weergeven en hoe deze zijn opgemaakt.</string>
- <string id="lineStyle">Hiermee geeft u de stijl, kleur en het gewicht van de lijn op. Deze eigenschap is alleen van toepassing op verouderde diagrammen.</string>
- <string id="v2_lineStyle">Hiermee geeft u de stijl, kleur en het gewicht van de lijn op.</string>
- <string id="dataPointColor">Geeft de kleur van de markeringen aan.</string>
- <string id="v2_gaugeAxisAngleAndDirection">Hiermee geeft u de start- en eindhoeken en de richting van de meter-as op. Alle hoeken worden uitgedrukt in graden, met drie uur als de beginpositie.</string>
- <string id="gaugeAxes">Hiermee worden de begin- en eindhoeken voor de meter-assen opgegeven.</string>
- <string id="gaugePivot">Hiermee wordt opgegeven of het midden van het draaipunt wordt weergegeven en de kleur, grootte en stijl daarvan.</string>
- <string id="gaugeBorder">Hiermee geeft u op of er randen rondom een meterdiagram moeten worden weergegeven.</string>
- <string id="faceColor">Geeft de kleur voor elke meterschaal in een meterdiagram aan.</string>
- <string id="dialOutlineColor">Geeft de kleur aan van de omtreklijn van de meterschaal in een meterdiagram.</string>
- <string id="v2_colorByValue">Hiermee geeft u op hoe Kleur naar waarde wordt weergegeven in een diagram.</string>
- <string id="weight">Geeft de lijndikte in punten aan. De waarde nul geeft de dunst mogelijke lijn aan.</string>
- <string id="categoryitemEnableTruncation">Geeft aan of labels mogen worden afgekapt.</string>
- <string id="categoryitemMaxCharacters">Geeft het maximumaantal tekens aan dat wordt weergegeven voordat het label wordt afgekapt.</string>
- <string id="allowRotate45DegreesForCategoryLabels">Geeft aan of lange labels 45 graden mogen worden geroteerd.</string>
- <string id="allowRotate90DegreesForCategoryLabels">Geeft aan of lange labels 90 graden mogen worden geroteerd.</string>
- <string id="allowStaggerForCategoryLabels">Geeft aan of lange labels mogen verspringen.</string>
- <string id="allowSkipForCategoryLabels">Geeft aan of lange labels mogen worden weggelaten.</string>
- <string id="max">Geeft de maximumwaarde voor de numerieke schaal aan. Als er geen waarde is opgegeven, wordt een waarde berekend op basis van de gegevens.</string>
- <string id="min">Geeft de minimumwaarde voor de numerieke schaal aan. Als er geen waarde is opgegeven, wordt een waarde berekend op basis van de gegevens.</string>
- <string id="scaleInterval">Geeft de afstand tussen de markeringsstreepjes op de numerieke schaal aan. Als er geen waarde is opgegeven, wordt een waarde berekend op basis van de gegevens.</string>
- <string id="scale">Geeft aan of de numerieke schaal logaritmisch of lineair is.</string>
- <string id="useNumericalAxis">Hiermee geeft u op welke numerieke as moet worden gebruikt. Deze eigenschap is alleen van toepassing op verouderde diagrammen.</string>
- <string id="v2_axisLine">Hiermee geeft u de eigenschappen op van de aslijn in een diagram.</string>
- <string id="v2_axisRange">Hiermee geeft u op hoe een bereik van waarden op een as wordt weergegeven.</string>
- <string id="v2_axisTitle">Hiermee geeft u op of de astitels in een diagram moeten worden weergegeven.</string>
- <string id="pointChartAxis">Geeft aan welke numerieke as moet worden gebruikt.</string>
- <string id="valueType">Geeft aan of de absolute, de gestapelde of de 100 procent gestapelde gegevens kunnen worden getekend.</string>
- <string id="dataPointSize">Hiermee geeft u de de grootte van markeringen in punten op. Bij de waarde nul worden geen markeringen weergegeven.</string>
- <string id="dataPointShape">Geeft de vorm van de markeringen aan.</string>
- <string id="lineShape">Hiermee geeft u de vorm van een lijn op voor een lijndiagram.</string>
- <string id="areaShape">Hiermee geeft u de vorm van een vlak op in een oppervlaktediagram.</string>
- <string id="barShape">Hiermee geeft u de vorm van de staven op voor een staafdiagram.</string>
- <string id="pointChartDataPointShape">Geeft de vorm van de markeringen aan. Bij het selecteren van een reekswaarde of categoriewaarde krijgt de markering de betreffende vorm.</string>
- <string id="useSpiderEffects">Geeft aan of het diagram moet worden weergegeven met een spinnenwebstructuur. De eigenschap Radiale as weergeven moet zijn ingesteld op Weergeven als u dit effect wilt toepassen.</string>
- <string id="showBaselineLabel">Geeft aan of er een label voor de basislijn wordt weergegeven.</string>
- <string id="showMarkerLabel">Geeft aan of er een label voor de markering wordt weergegeven.</string>
- <string id="offsetStdDev">Geeft een afstand van het gemiddelde in standaardafwijkingen aan. Deze waarde kan positief of negatief zijn. De waarde nul is de gemiddelde waarde.</string>
- <string id="percentile">Geeft een positie aan op basis van een gegevenspercentielwaarde. Deze waarde moet groter zijn dan nul.</string>
- <string id="percentAlongAxis">Geeft een positie aan op basis van een percentage langs de numerieke as. Deze waarde moet groter zijn dan nul.</string>
- <string id="allowTruncation">Geeft aan of tekst mag worden afgekapt.</string>
- <string id="radarType">Geeft aan hoe het radardiagram wordt weergegeven.</string>
- <string id="showInLegend">Geeft aan of de basislijn in de legenda wordt weergegeven.</string>
- <string id="showValues">Geeft aan of er waarden worden weergegeven in het diagram.</string>
- <string id="v2_legend">Hiermee geeft u op of er een legenda wordt weergegeven en waar deze in het diagram moet worden geplaatst.</string>
- <string id="v2_notes">Hiermee geeft u op of er een notitie moet worden weergeven in een diagram.</string>
- <string id="noteBottom">Geeft de pixelpositie aan van de onderkant van de opmerking gemeten vanaf de onderkant van het diagram.</string>
- <string id="noteLeft">Geeft de pixelpositie aan van de onderkant van de opmerking gemeten vanaf de linkerkant van het diagram.</string>
- <string id="noteHeight">Geeft de hoogte van de opmerking in pixels aan.</string>
- <string id="noteWidth">Geeft de breedte van de opmerking in pixels aan.</string>
- <string id="comboIndex">Geeft aan welk combinatie-object wordt gebruikt bij het berekenen van de positie. Als er meerdere series bestaan, vertegenwoordigt een index van 0 de bovenste staaf, lijn of het bovenste gebied in de plaatsingszone van de serie, een index van 1 de tweede, enzovoorts.</string>
- <string id="showBorders">Geeft aan of de opgegeven diagram-elementen, zoals staven, stapelingen, vlakken, punten of cirkelsegmenten, met een rand worden weergeven.</string>
- <string id="borderColor">Geeft de kleur aan van het kader rond de opgegeven diagramelementen, zoals staven, stapelingen, vlakken, punten of cirkelsegmenten.</string>
- <string id="regressionType">Geeft het gebruikte type regressie aan.</string>
- <string id="numberOfRegressionLines">Geeft aan of er één regressielijn voor alle gegevens of één voor elke serie wordt weergegeven.</string>
- <string id="polynomialExponent">Geeft de hoogste exponentiële waarde aan die wordt gebruikt in de regressieberekening.</string>
- <string id="memberOffset">Geeft een positie aan ten opzichte van het volgende item in het diagram. Dit is een procentuele waarde. Negatieve waarden geven een positie voor het lid aan en positieve waarden geven een positie na het lid aan.</string>
- <string id="showNoDataFeatures">Geeft aan of de functies van toewijzingen zonder bijbehorende gegevens moeten worden weergegeven.</string>
- <string id="noDataFeaturesSize">Geeft de toegepaste puntgrootte voor kaartpuntfuncties aan die geen bijbehorende gegevens bevatten.</string>
- <string id="mapLayerLabels">Geeft aan of er labels worden weergegeven voor het weergaveniveau in een kaart.</string>
- <string id="mapLayerValuesLabels">Geeft aan of er waarden en labels worden weergegeven voor het regio- of puntniveau in een kaart.</string>
- <string id="v2_maxItems">Hiermee geeft u op of kleine items, zoals segmenten, lijnen, gebieden, staven of kolommen in het diagram worden samengevat en hoe ze worden samengevat. U kunt geen kleine items samenvatten in diagrammen die matrixranden hebben of in diagrammen die meerdere numerieke assen hebben.</string>
- <string id="v2_barMaxItems">Hiermee geeft u op of kleine items, zoals segmenten, lijnen, gebieden, staven of kolommen in het diagram worden samengevat en hoe ze worden samengevat. U kunt geen kleine items samenvatten in diagrammen die matrixranden hebben of in diagrammen die meerdere numerieke assen hebben.</string>
- <string id="mapDictionary">Geeft de aliassen aan die moeten worden gebruikt bij het combineren van gegevenswaarden met functienamen in de toewijzing.</string>
- <string id="includeZeroForAutoScale">Hiermee geeft u op of de waarde nul wordt opgenomen in de automatische berekening van de numerieke schaal. Deze eigenschap is alleen van toepassing op verouderde diagrammen.</string>
- <string id="sameRangeAllInstances">Geeft aan dat alle instances van het diagram dezelfde maximumwaarde hanteren. Als u Nee selecteert, wordt de maximumwaarde van de as opnieuw berekend voor elke instance van het diagram. Dit is alleen relevant als het diagram deel uitmaakt van een hoofd-/detailrelatie.</string>
- <string id="minPointSize">Geeft de toegepaste minimale puntgrootte voor kaartpuntfuncties aan die bijbehorende gegevens bevatten. Als de minimumgrootte bijvoorbeeld 2 pt is en de maximumgrootte 12 pt, wordt de grootte van elk punt berekend met behulp van lineaire interpolatie op basis van de bijbehorende meetwaarde.</string>
- <string id="maxPointSize">Geeft de toegepaste maximale puntgrootte voor kaartpuntfuncties aan die bijbehorende gegevens bevatten. Als de minimumgrootte bijvoorbeeld 2 pt is en de maximumgrootte 12 pt, wordt de grootte van elk punt berekend met behulp van lineaire interpolatie op basis van de bijbehorende meetwaarde.</string>
- <string id="showLegendValues">Geeft aan of en hoe legendawaarden worden weergegeven.</string>
- <string id="required">Geeft aan of de prompt vereist of optioneel is. Als deze eigenschap wordt ingesteld op Vereist, moet bij de prompt een waarde worden ingevoerd voordat het rapport kan worden uitgevoerd. De instelling Syntaxis van het bijbehorende filter met parameters voor deze eigenschap zal de instelling van dit object overschrijven. Als u deze eigenschap bewerkt, maar de verwachte resultaten niet krijgt, controleer dan de instelling Syntaxis van het bijbehorende filter.</string>
- <string id="showCaption">Geeft aan óf en wáár het bijschrift wordt weergegeven.</string>
- <string id="multiSelect">Geeft aan of er meerdere waarden kunnen worden geselecteerd met het besturingselement. De instelling van dit object wordt overschreven door een bijbehorende filterexpressie met parameters. Wanneer u deze eigenschap bewerkt maar u krijgt niet de verwachte resultaten, moet u controleren of er in de bijbehorende expressie een operator voorkomt die opgeeft hoeveel items er kunnen worden geselecteerd. Voorbeelden van operators met meervoudige selectie zijn "in" en "niet in"; voorbeelden van operators met enkelvoudige selectie zijn is-gelijk (=), kleiner dan (<) en groter than (>).</string>
- <string id="selectValueUI">Geeft aan in welke interface het promptbesturingselement verschijnt.</string>
- <string id="selectDateUI">Geeft aan in welke interface het promptbesturingselement verschijnt.</string>
- <string id="selectTimeUI">Geeft aan in welke interface het promptbesturingselement verschijnt.</string>
- <string id="selectDateTimeUI">Geeft aan in welke interface het promptbesturingselement verschijnt.</string>
- <string id="calendar">Geeft het kalendertype aan dat moet verschijnen. De datumwaarden worden eerst aan de geselecteerde kalender toegewezen en vervolgens opgemaakt. De standaardwaarde wordt overgenomen van de taal van de gebruiker.</string>
- <string id="autoSubmit">Geeft aan of de toepassing de promptpagina automatisch zal versturen zodra een waarde wordt gewijzigd.</string>
- <string id="cascadeOn">Geeft de parameter aan waarvan de waarde wordt gebruikt voor het filteren van de waarden die in dit besturingselement worden weergegeven.</string>
- <string id="numbersOnly">Geeft aan of er in het tekstvak van de prompt alleen maar getallen kunnen worden ingevoerd.</string>
- <string id="showThousandSeparator">Geeft aan of groepen cijfers het scheidingsteken voor duizendtallen moeten krijgen.</string>
- <string id="hideAdornments">Geeft aan of het sterretje (*) moet worden verborgen bij verplichte prompts en de pijl (->) bij invoerprompts die een foutstatus hebben.</string>
- <string id="range">Geeft aan of dit besturingselement bereiken accepteert. De instelling van de bijbehorende expressie met parameters voor deze eigenschap zal de instelling van dit object overschrijven. Wanneer u deze eigenschap bewerkt en u krijgt niet de verwachte resultaten, moet u controleren of in de bijbehorende expressie de operator in_range voorkomt.</string>
- <string id="multiLine">Geeft aan of in het tekstvak meerdere regels kunnen worden bewerkt.</string>
- <string id="hideText">Geeft aan of de tekens in het promptbesturingselement door asterisken (*) kunnen worden vervangen.</string>
- <string id="firstDate">Geeft de vroegste datum aan die in het besturingselement wordt weergegeven en de vroegste datum die kan worden geselecteerd.</string>
- <string id="lastDate">Geeft de laatste datum aan die in het besturingselement wordt weergegeven, en de laatste datum die kan worden geselecteerd.</string>
- <string id="parameter">Geeft de parameter aan die wordt verwerkt door de waarden die zijn gekozen in het promptbesturingselement.</string>
- <string id="showSeconds">Geeft aan of seconden moeten worden weergegeven. De notatie van seconden kunt u instellen door een bepaalde notatie te selecteren. De standaardwaarde wordt overgenomen van de taal van de gebruiker.</string>
- <string id="showMilliseconds">Geeft aan of milliseconden moeten worden weergegeven. De notatie van milliseconden kunt u instellen door een bepaalde notatie te selecteren. Deze eigenschap wordt genegeerd als er geen seconden worden weergegeven. De standaardwaarde wordt overgenomen van de taal van de gebruiker.</string>
- <string id="clockMode">Geeft aan of de wijzers van de klok bewegen.</string>
- <string id="type">Geeft het gedrag van de promptknop aan.</string>
- <string id="defaultSelections">Geeft de verzameling standaardselecties voor een promptbesturingselement aan.</string>
- <string id="use">Geeft aan of het gebruik van dit object optioneel, vereist of uitgeschakeld is. Bij Optioneel wordt deze voorwaarde toegepast als aan alle parameters waarnaar de expressie verwijst, waarden zijn toegekend. Als de expressie niet naar een parameter verwijst, wordt deze voorwaarde altijd toegepast. Bij Uitgeschakeld wordt deze voorwaarde nooit toegepast, wat de beste instelling is bij bewerken en testen.</string>
- <string id="refLayoutElement">Geeft het layoutobject aan waarnaar wordt verwezen. Een object kan alleen opnieuw worden gebruikt als het een naam heeft.</string>
- <string id="refLayoutElementInfo">Geeft het layoutobject aan waarnaar wordt verwezen. Een object kan alleen opnieuw worden gebruikt als het een naam heeft. U kunt deze waarde niet wijzigen.</string>
- <string id="layoutComponentOverrides">Geeft aan of onderliggende objecten worden overschreven. Voordat u onderliggende objecten kunt overschrijven, moeten deze eerst een naam hebben.</string>
- <string id="layoutComponentCaching">Geeft aan hoe het referentie-object moet worden ingesloten. Standaard wordt er een verwijzing, of aanwijzer, naar het object opgeslagen. Er kan ook een kopie van het externe object in het rapport worden opgeslagen.</string>
- <string id="levelCaption">Geeft het bijschrift voor het niveau aan.</string>
- <string id="caption">Geeft het bijschrift aan.</string>
- <string id="Pagination">Geeft regels aan voor paginering, zoals pagina-einden, eigenschappen voor bijhouden, paginatelling en nummering.</string>
- <string id="pushToBottom">Geeft aan of de voettekst zo laag mogelijk in het bovenliggende object wordt geplaatst.</string>
- <string id="factCellStylePrecedence">Geeft aan welke stijleigenschap de andere stijleigenschap zal overschrijven wat betreft het snijden van cellen in een kruistabel, rij-eigenschappen en kolomeigenschappen.</string>
- <string id="cmmID">Hiermee wordt een gevolgdiagram of aangepast diagram geïdentificeerd in IBM® Cognos® Metric Studio. Kopieer het ID vanuit Metric Studio (tabblad Diagram, knop Het diagram-ID weergeven in de kolom Acties) en plak deze in deze eigenschap. Het ID wordt in IBM® Cognos® Report Studio omgezet in een URL voor een afbeelding. Het diagram wordt geïmporteerd als een statische afbeelding.</string>
- <string id="regionColorLegendTitle">Geeft een titel in de legenda aan boven het palet voor de regiokleur. Als dit object niet is gedefinieerd, wordt er geen aanvullende titel getekend. Als er geen legenda is getekend, wordt dit object genegeerd. De stijl van dit object wordt overgenomen van de legendatitel.</string>
- <string id="pointColorLegendTitle">Geeft een titel in de legenda aan boven het palet voor de puntkleur. Als dit object niet is gedefinieerd, wordt er geen aanvullende titel getekend. Als er geen legenda is getekend, wordt dit object genegeerd. De stijl van dit object wordt overgenomen van de legendatitel.</string>
- <string id="pointSizeLegendTitle">Geeft een titel in de legenda aan boven het palet voor de puntgrootte. Als dit object niet is gedefinieerd, wordt er geen aanvullende titel getekend. Als er geen legenda is getekend, wordt dit object genegeerd. De stijl van dit object wordt overgenomen van de legendatitel.</string>
- <string id="crosstabFactCell">Geeft de inhoud van de feitencellen van de kruistabel aan. Er is slechts één definitie van de feitencellen voor de kruistabel, ongeacht het aantal meetwaarden.</string>
- <string id="labelControl">Regelt de weergave van labels in een diagram.</string>
- <string id="displayFrequency">Geeft de frequentie aan waarmee diagramlabels moeten worden weergegeven. Als de waarde bijvoorbeeld 3 is, wordt iedere derde label weergegeven.</string>
- <string id="firstLabel">Geeft aan welk label eerst weergegeven wordt. Als u bijvoorbeeld 5 opgeeft, wordt het vijfde label als eerste label weergegeven. De volgende labels worden dan weergegeven zoals gedefinieerd in de eigenschap Weergavefrequentie.</string>
- <string id="afterOverallHeader">Geeft aan of the paginakoptekst lijst weergegeven moet worden na de algemene koptekst.</string>
- <string id="caseInsensitiveIsDefault">Geeft aan of er standaard een zoekopdracht wordt uitgevoerd waarbij niet wordt gelet op verschil in hoofdletters/kleine letters.</string>
- <string id="edgeLocation">Identificeert een knooppuntlid of een opvulruimte aan de rand van een kruistabel op unieke wijze. Wordt door het object Kruistabelintersectie gebruikt om de intersectie van elementen vanaf elke rand op uniek wijze te identificeren. U kunt deze waarde niet wijzigen.</string>
- <string id="row">Identificeert eenduidig de rij van een knooppuntlid of opvulruimte aan een rand van de kruistabel. U kunt deze waarde niet wijzigen.</string>
- <string id="column">Identificeert eenduidig de kolom van een knooppuntlid of opvulruimte aan een rand van de kruistabel. U kunt deze waarde niet wijzigen.</string>
- <string id="contentsOverride">Vervangt de inhoud van de geselecteerde intersectie van een kruistabel. Gebruik deze eigenschap voor het verbergen van waarden van een meetwaarde bij afzonderlijke cellen of om aangepaste inhoud te definiëren.</string>
- <string id="rotateLabelsWithChart">Geeft aan of waarden die op de grafiek afgebeeld worden al dan niet geroteerd worden als de eigenschap Richting van diagram op Horizontaal ingesteld wordt. Dit kan helpen bij het leesbaarder maken van waarden op horizontale diagrammen. Deze eigenschap is alleen van toepassing op verouderde diagrammen.</string>
- <string id="indentation">Bepaalt het inspringen van de inhoud van knooppuntleden in een kruistabel. </string>
- <string id="applySingleDefaultStyle">Geeft aan of alle gedefinieerde klassen toegepast worden of slechts één klasse. Wordt als instelling Ja gekozen, dan wordt de recentst toegepaste klasse gebruikt.</string>
- <string id="renderFactCells">Geeft aan of waarden weergegeven moeten worden in de feitencellen van de opvulruimte aan een rand van de kruistabel. </string>
- <string id="PageNumberStyle">Geeft de stijl aan die gebruikt wordt voor paginanummers.</string>
- <string id="renderPageWhenEmpty">Geeft aan of een pagina weergegeven wordt als gegevenscontainers op een pagina geen gegevens bevatten. Als voor alle gegevenscontainers op een pagina deze eigenschap op Nee is ingesteld, en er geen andere gegevens zijn om weer te geven, wordt de pagina niet weergegeven. Als een gegevenscontainer op een pagina wel gegevens heeft of als deze eigenschap ervoor is ingesteld op Ja, wordt de pagina weergegeven. </string>
- <string id="pageSetup">Geeft de richting en het papierformaat aan voor PDF-documenten.</string>
- <string id="winLossValue">Geeft de waarde voor winst-verlies aan in een winst-verliesdiagram. Vertegenwoordigt waarden die noch het een, noch het ander zijn en die op de nullijn staan. </string>
- <string id="allowTies">Geeft aan of gegevenswaarden die gelijk zijn aan de eigenschap Drempel winst-verlies naar nul worden geconverteerd en op de nullijn worden uitgezet.</string>
- <string id="winColor">Geeft aan welke kleur, welk kleurverloop of welk patroon moet worden toegepast op de winstwaarden.</string>
- <string id="lossColor">Geeft aan welke kleur, welk kleurverloop of welk patroon moet worden toegepast op de verlieswaarden. </string>
- <string id="lineType">Geeft het lijntype aan dat wordt gebruikt voor het verbinden van gegevenswaarden.</string>
- <string id="showDataPoints">Hiermee geeft u op of waardemarkeringen moeten worden weergegeven en hoe deze zijn opgemaakt.</string>
- <string id="bubbleSizing">Geef aan hoe de bellengrootte berekend wordt. Gebaseerd op minimum wil zeggen dat het kleinste bellenformaat wordt toegewezen aan de laagste gegevenswaarde. Gebaseerd op nul berekent het bellenformaat in verhouding tot 0. Deze optie is compatibel met Excel 2002. Gebaseerd op nul met negatieve waarden geeft negatieve bellen aan als uitgeholde bellen, die groter worden naarmate ze verder verwijderd zijn van 0. Deze optie is compatibel met Excel 2007.</string>
- <string id="v2_bubbleSize">Hiermee geeft u op hoe belgrootten worden berekend voor een bellendiagram. </string>
- <string id="useV2DefaultTitle">Hiermee geeft u op of er een standaardtitel mag worden gegenereerd.</string>
- <string id="tableHeader">Geeft aan of de cel een tabelkoptekst is. Gebruik deze optie om rapporten toegankelijk te maken voor mensen die schermlezers gebruiken. When set to Yes, screen readers and speech browsers programmatically create relationships between the table header and table cells.</string>
- <string id="materialEffects">Hiermee past u een visueel effect toe, zoals plastic of metaal.</string>
- <string id="pieMaterialEffects">Hiermee past u een visueel effect toe, zoals plastic of metaal, in een cirkeldiagram.</string>
- <string id="bevel">Hiermee geeft u op of het diagram een afgeschuinde rand heeft.</string>
- <string id="v2_constrainedPosition">Hiermee geeft u de positie van een notitie in een diagram op.</string>
- <string id="render">Voor lijstrapporten geeft u hiermee op of de kolom in de rapportuitvoer moet worden weergegeven. De query voor de kolom wordt altijd uitgevoerd, of deze optie op Ja of Nee is ingesteld.</string>
- <string id="bulletIndicators">Hiermee geeft u de grootte en vorm op van de gegevensmarkering voor het bulletdiagram die de werkelijke waarde vertegenwoordigt.</string>
- <string id="sliceDirection">Hiermee geeft u de richting aan waarin segmenten worden weergegeven in een cirkeldiagram.</string>
- <string id="v2_matrix">Hiermee geeft u op of een diagrammatrix in rijen en kolommen moet worden weergegeven.</string>
- <string id="v2_defaultLabel">Hiermee geeft u op of het standaardlabel voor de trendlijn wordt weergegeven. Als u Nee instelt, kunt u uw eigen labeltekst typen. </string>
- <string id="matchSeriesColor">Hiermee geeft u op of de gegevensmarkeringskleuren worden gesynchroniseerd tussen diagrammen wanneer u dezelfde gegevensreeksen voor meerdere diagrammen gebruikt in een combinatiediagram. Als u deze eigenschap instelt op Ja en u bijvoorbeeld een lijndiagram en een staafdiagram met de gegevensreeks Jaren maakt, heeft de gegevensmarkering voor 2010 dezelfde kleur in beide diagrammen. Gebruik deze eigenschap om overbodige legendagegevens te verwijderen en u te helpen bij het interpreteren van de gegevens.</string>
- <string id="v2_comboElements">Hiermee geeft u op welke assen moeten worden weergegeven en de diagramtypen die voor de reeks moeten worden gebruikt. </string>
- <string id="reverseCategoryOrder">Hiermee geeft u op of de volgorde van de categorieën, zoals de balken in een staafdiagram, moet worden gewijzigd. De standaardinstelling is Nee, wat betekent dat in een horizontaal staafdiagram de volgorde van de balken van beneden naar boven is.</string>
- <string id="extendWidth">Hiermee geeft u op of het vlak over de hele breedte van het diagram loopt. Deze eigenschap is alleen van toepassing op gedefinieerde vlakken van oppervlaktediagrammen. Als het oppervlaktediagram wordt geconverteerd naar een matrix, wordt deze eigenschap niet ondersteund.</string>
- <string id="v2_cumulationDefaultLabel">Hiermee geeft u het label op dat wordt weergegeven voor de cumulatielijn in een Pareto-diagram.</string>
- <string id="v2_chartTextItems">Hiermee geeft u de gegevensbron en de opmaak op voor een tekstitem, zoals een legenda-item, een legendatitel, aslabel of astitel.</string>
- <string id="labelDisplayType">Hiermee geeft u op hoe de aslabels voor geneste categorieën moeten worden weergegeven. Samengevoegd betekent dat de labels door een komma worden gescheiden.</string>
- <string id="v2_gaugeAxisLine">Hiermee geeft u de eigenschappen op van de meter-aslijn in een meterdiagram.</string>
- <string id="v2_gaugeAxisMajorGridlines">Hiermee geeft u de eigenschappen op van de primaire rasterlijnen in de meter-as in een meterdiagram.</string>
- <string id="v2_gaugeAxisMinorGridlines">Hiermee geeft u de eigenschappen op van de secundaire rasterlijnen in de meter-as in een meterdiagram.</string>
- <string id="tocName">Geeft de unieke naam voor de inhoudsopgave aan.</string>
- <string id="refToc">Geeft de naam aan van de inhoudsopgave waartoe het item behoort.</string>
- <string id="headingLevel">Geeft het kopniveau van het item in de inhoudsopgave aan.</string>
- <string id="chartTitle">Hiermee geeft u op of er een diagramtitel wordt weergegeven. Deze eigenschap is alleen van toepassing op verouderde diagrammen.</string>
- <string id="chartSubTitle">Hiermee geeft u op of er een diagramsubtitel wordt weergegeven. Deze eigenschap is alleen van toepassing op verouderde diagrammen.</string>
- <string id="chartFooter">Hiermee geeft u op of er een diagramvoettekst wordt weergegeven. Deze eigenschap is alleen van toepassing op verouderde diagrammen.</string>
- <string id="v2_chartTitle">Hiermee geeft u op of er een diagramtitel wordt weergegeven.</string>
- <string id="v2_chartSubTitle">Hiermee geeft u op of er een diagramsubtitel wordt weergegeven.</string>
- <string id="v2_chartFooter">Hiermee geeft u op of er een diagramvoettekst wordt weergegeven.</string>
- <string id="displayDataLocation">Geef aan waar waarden en labels in het diagram moeten worden weergegeven. Deze eigenschap is alleen van toepassing op verouderde diagrammen.</string>
- <string id="showTooltips">Hiermee geeft u op of er knopinfo wordt weergegeven in het diagram wanneer u de muisaanwijzer over de gegevenselementen beweegt. Knopinfo wordt niet ondersteund in PDF-documenten. Deze eigenschap is alleen van toepassing op verouderde diagrammen.</string>
- <string id="v2_basicTooltips">Hiermee geeft u op of er knopinfo wordt weergegeven in een diagram wanneer u de muisaanwijzer over de gegevenselementen beweegt. Knopinfo wordt niet ondersteund in PDF-documenten.</string>
- <string id="v2_pieTooltips">Hiermee geeft u op of er knopinfo wordt weergegeven in een cirkeldiagram wanneer u de muisaanwijzer over de gegevenselementen beweegt. Knopinfo wordt niet ondersteund in PDF-documenten.</string>
- <string id="v2_combinationTypeTooltips">Hiermee geeft u op of er knopinfo wordt weergegeven in een diagram wanneer u de muisaanwijzer over de gegevenselementen beweegt. Knopinfo wordt niet ondersteund in PDF-documenten.</string>
- <string id="showPieAxisLabels">Geeft aan of cirkellabels worden weergegeven.</string>
- <string id="showGaugeAxisLabels">Geeft aan of meterlabels worden weergegeven.</string>
- <string id="showPieValues">Geeft aan of er waarden worden weergegeven.</string>
- <string id="showPieLabels">Geeft aan of er labels worden weergegeven.</string>
- <string id="v2_pieDataLabels">Hiermee geeft u op hoe gegevenslabels in een cirkeldiagram worden weergegeven.</string>
- <string id="v2_scatterDataLabels">Hiermee geeft u op hoe gegevenslabels in een strooidiagram worden weergegeven.</string>
- <string id="v2_bubbleDataLabels">Hiermee geeft u op hoe gegevenslabels in een bellendiagram worden weergegeven.</string>
- <string id="v2_dataLabels">Hiermee geeft u op hoe gegevenslabels worden weergegeven in gebied-, staaf-, lijn-, Pareto en progressieve diagrammen.</string>
- <string id="showValuesAsPercent">Geeft aan of waarden worden weergegeven als percentages.</string>
- <string id="showAbsoluteValues">Geeft aan of er absolute waarden worden weergegeven in plaats van cumulatieve waarden.</string>
- <string id="showTargetMarkerLabel">Geeft aan of er een label voor de doelmarkering wordt weergegeven in de legenda.</string>
- <string id="showTargetToleranceLabel">Geeft aan of er een label voor de doeltolerantie wordt weergegeven in de legenda.</string>
- <string id="showTargetRangeLabel">Geeft aan of er een label voor het doelbereik wordt weergegeven in de legenda.</string>
- <string id="chartLabel">Overschrijft de standaardlabel voor het gegevensitem.</string>
- <string id="values">Geeft aan welke waarden worden weergegeven in het diagram en of de bijbehorende meetwaarde-, serie- of categorielabel wordt weergegeven.</string>
- <string id="avoidLabelCollision">Regelt de rangschikking van labels. Als deze op onwaar is ingesteld, worden de standaardposities gebruikt in het diagram. Als deze op waar is ingesteld, wordt een andere layout voor het diagram gebruikt om labelfouten te voorkomen. Als u de bestaande rapporten niet wilt wijzigen, stelt u deze eigenschap in op onwaar.</string>
- <string id="expandFeatures">Geeft aan of de functie in het kaartdiagram gecentreerd en uitgevouwen moet worden. Als u Ja selecteert, wordt de mapfunctie gecentreerd en uitgevouwen zodat de functie alle beschikbare ruimte in de kaart in beslag neemt. Als u Nee selecteert, wordt de mapfunctie niet uitgevouwen.</string>
- <string id="maxHotspots">Geeft het maximumaantal hotspots aan dat voor een kaart gegenereerd kan worden. Er wordt een hotspot in een kaart afgebeeld als u de aanwijzer erop plaatst. Een hotspot op een doordrilsymbool of een knopinfotekst geeft bijvoorbeeld nadere informatie over de kolom, de lijn of het segment. Als deze waarde is opgegeven, overschrijft deze de configuratie-instellingen voor hotspots in IBM® Cognos® Administration.</string>
- <string id="showMarimekkoValues">Geeft aan of er waarden worden weergegeven in het diagram.</string>
- <string id="autoFontSizing">Hiermee geeft u op of het lettertype automatisch passend moet worden gemaakt aan de labels.</string>
- <string id="showLegend">Geeft aan of de legenda wordt weergegeven.</string>
- <string id="showFeelers">Geeft aan of aftasterlijnen voor elke markering worden weergegeven.</string>
- <string id="showCumulativeLine">Geeft aan of de cumulatielijn wordt weergegeven.</string>
- <string id="showTotalColumn">Hiermee geeft u op of er een totaalkolom wordt weergegeven. Deze eigenschap is alleen van toepassing op verouderde diagrammen.</string>
- <string id="showProgressiveTotal">Hiermee geeft u op of er een staaf wordt weergegeven met daarin de totale cumulatieve waarde.</string>
- <string id="showRegressionLine">Hiermee geeft u op of er een regressielijn wordt weergegeven. Een regressielijn is een rechte of kromme lijn die het beste de gegevenspunten in de reeks benadert.</string>
- <string id="seriesType">Hiermee geeft u op hoe de reeksen weergegeven moet worden, bijvoorbeeld als absoluut, gestapeld of gestapeld 100%.</string>
- <string id="firstColumnColor">Geeft de kleur, het verloop of het patroon aan dat voor de eerste kolom in het progressieve diagram moet worden gebruikt.</string>
- <string id="positiveColumnColor">Geeft de kleur, het verloop of het patroon aan dat in het progressieve diagram moet worden toegepast voor kolommen die positieve waarden aangeven.</string>
- <string id="negativeColumnColor">Geeft de kleur, het verloop of het patroon aan dat in het progressieve diagram moet worden toegepast voor kolommen die negatieve waarden aangeven.</string>
- <string id="totalColumnColor">Hiermee geeft u de kleur, het verloop of het patroon op van de totaalkolom in het progressieve diagram.</string>
- <string id="markerTextLocation">Geeft aan waar de tekst van de markering moet verschijnen.</string>
- <string id="baselines">Voegt basislijnen toe aan een diagram, gebaseerd op numerieke of statistische waarden, berekeningen, of layoutberekeningen. Deze eigenschap is alleen van toepassing op verouderde diagrammen.</string>
- <string id="v2_numericBaselines">Voegt basislijnen toe aan de numerieke as van een diagram, gebaseerd op numerieke of statistische waarden, berekeningen, of layoutberekeningen.</string>
- <string id="v2_ordinalBaselines">Voegt basislijnen toe aan de categorieas van een diagram, gebaseerd op numerieke of statistische waarden, berekeningen, of layoutberekeningen.</string>
- <string id="markers">Voegt markeerpunten toe aan een diagram, gebaseerd op numerieke of statistische waarden, berekeningen of layoutberekeningen. Deze eigenschap is alleen van toepassing op verouderde diagrammen.</string>
- <string id="v2_specialMarkers">Hiermee geeft u op of speciale markeringen moeten worden weergegeven en hoe deze zijn opgemaakt.</string>
- <string id="v2_markers">Voegt markeerpunten toe aan een diagram, gebaseerd op numerieke of statistische waarden, berekeningen of layoutberekeningen.</string>
- <string id="markerSize">Hiermee geeft u de de grootte van markeringen in punten op. Bij de waarde nul worden geen markeringen weergegeven.</string>
- <string id="v2_markerShape">Hiermee geeft u de vorm van het markeringssymbool op.</string>
- <string id="labelLocation">Hiermee geeft u op of het label in de legenda of in het diagram moet worden weergegeven.</string>
- <string id="notes">Geeft een tekstblok aan dat u in het diagram kunt plaatsen.</string>
- <string id="gaugePalette">Geeft het palet aan dat de weergave van het kiesgedeelte van een meter moet bepalen.</string>
- <string id="marimekkoTotals">Geeft aan of de totalen voor elke kolom bovenaan het diagram moeten worden weergegeven.</string>
- <string id="lineDisplayType">Hiermee geeft u op of er een lijn moet worden weergegeven en of er markeringen moeten worden weergegeven.</string>
- <string id="showParetoLine">Hiermee geeft u op of er een cumulatielijn wordt weergegeven in een Pareto-diagram.</string>
- <string id="v2_paretoLineDataLabels">Hiermee geeft u op of de labels voor de gegevensmarkeringen op de cumulatielijn in een Pareto-diagram moeten worden weergegeven.</string>
- <string id="showYAxis1">Geeft aan of de as wordt weergegeven.</string>
- <string id="showYAxis2">Geeft aan of de as wordt weergegeven.</string>
- <string id="showXOrdinalAxis">Geeft aan of de as wordt weergegeven.</string>
- <string id="showYOrdinalAxis">Geeft aan of de as wordt weergegeven.</string>
- <string id="showNumericalAxis">Geeft aan of de as wordt weergegeven.</string>
- <string id="showGaugeNumericalAxis">Geeft aan of de numerieke as van een meterdiagram wordt weergegeven.</string>
- <string id="axisY2Position">Geeft aan hoe de tweede y-as wordt weergegeven. Als de positie van de Y2-as wordt ingesteld op Dubbel, kruist de Y2-as de numerieke Y1-as. Als de positie van de Y2-as wordt ingesteld op Bipolair, verschijnt de Y2-as onder de Y1-as. Voorbeeld: in een combinatiediagram waarin Opbrengst en Aantal verkopen per type Wederverkoper worden weergegeven, en waarin de positie van de Y2-as is ingesteld op Dubbel, overlappen de kolommen Opbrengst en Aantal verkopen elkaar omdat de as voor de opbrengst (Y1) en de as voor het aantal verkopen (Y2) elkaar kruisen. Als de positie van de Y2-as wordt ingesteld op Bipolair, verschijnen de kolommen voor Opbrengst boven de regel voor Aantal verkopen en overlappen de gegevens elkaar niet. Deze eigenschap is alleen van toepassing op verouderde diagrammen.</string>
- <string id="showRadialAxis">Geeft aan of de as wordt weergegeven.</string>
- <string id="showAngularAxis">Geeft aan of de as wordt weergegeven.</string>
- <string id="showProgressiveAxis">Geeft aan of de as wordt weergegeven.</string>
- <string id="showOrdinalAxis">Geeft aan of de as wordt weergegeven.</string>
- <string id="showYAxis">Geeft aan of de as wordt weergegeven.</string>
- <string id="showXAxis">Geeft aan of de as wordt weergegeven.</string>
- <string id="showParetoAxis">Geeft aan of de as wordt weergegeven.</string>
- <string id="gaugeNeedle">Hiermee geeft u de grootte en stijl van de meternaald op. Het diagram bevat een naald voor elke rij in de gegevensreeks. Alle naalden op de meteras gebruiken dezelfde opgegeven stijl.</string>
- <string id="v2_axisColors">Hiermee geeft u de kleuren van de meter-as op.</string>
- <string id="gaugeAxisInnerRadius">Hiermee geeft u de binnenste radius van de meter-as op als een percentage van het toegestane maximum.</string>
- <string id="gaugeAxisOuterRadius">Hiermee geeft u de buitenste radius van de meter-as op als een percentage van het toegestane maximum.</string>
- <string id="gaugeAxisJustification">Hiermee geeft u op of de gegevenslabels worden uitgelijnd op de binnenkant of de buitenkant van de meter-as.</string>
- <string id="gaugeAxisTextOrientation">Hiermee geeft u de richting op van de tekst op de meter-as.</string>
- <string id="xAxisPosition_dataItemValue">Hiermee geeft u de positie van de spreidingsmarkering op de X-as op.</string>
- <string id="yAxisPosition_dataItemValue">Hiermee geeft u de positie van de spreidingsmarkering op de Y-as op.</string>
- <string id="xPos_offsetStdDev">Geeft een afstand van het gemiddelde in standaardafwijkingen aan. Deze waarde kan positief of negatief zijn. De waarde nul is de gemiddelde waarde.</string>
- <string id="xPos_percentile">Geeft een positie aan op basis van een gegevenspercentielwaarde. Deze waarde moet groter zijn dan nul.</string>
- <string id="xPos_percentAlongAxis">Geeft een positie aan op basis van een percentage langs de numerieke as. Deze waarde moet groter zijn dan nul.</string>
- <string id="xPos_numericPosition_type">Hiermee geeft u het type numerieke positie op de X-as op. Deze eigenschap is alleen van toepassing op verouderde diagrammen.</string>
- <string id="xPos_numericPosition_number">Geeft de waarde van de numerieke positie aan.</string>
- <string id="xPos_numericPosition_dataItemValue">Geeft de numerieke positie van een gegevensitem aan.</string>
- <string id="xPos_numericPosition_reportexpr">Geeft de numerieke positie aan de hand van een rapportexpressie aan.</string>
- <string id="xPos_numericPosition_expr">Geeft de numerieke positie voor een gegevensmarkering in een strooidiagram aan.</string>
- <string id="yPos_offsetStdDev">Geeft een afstand van het gemiddelde in standaardafwijkingen aan. Deze waarde kan positief of negatief zijn. De waarde nul is de gemiddelde waarde.</string>
- <string id="yPos_percentile">Geeft een positie aan op basis van een gegevenspercentielwaarde. Deze waarde moet groter zijn dan nul.</string>
- <string id="yPos_percentAlongAxis">Geeft een positie aan op basis van een percentage langs de numerieke as. Deze waarde moet groter zijn dan nul.</string>
- <string id="yPos_numericPosition_type">Geeft een type numerieke positie aan.</string>
- <string id="yPos_numericPosition_number">Geeft de waarde van de numerieke positie aan.</string>
- <string id="yPos_numericPosition_dataItemValue">Geeft de numerieke positie van een gegevensitem aan.</string>
- <string id="yPos_numericPosition_reportexpr">Geeft de numerieke positie aan de hand van een rapportexpressie aan.</string>
- <string id="yPos_numericPosition_expr">Geeft de numerieke positie voor een gegevensmarkering in een strooidiagram aan.</string>
- <string id="autoSort">Geeft aan of bij het uitvoeren van het rapport automatisch moet worden gesorteerd op gegevenstype.</string>
- <string id="queryProcessing">Hiermee wordt opgegeven of de IBM® Cognos®-rapportserver een minimale bewerking uitvoert. Er wordt alleen lokaal verwerkt als de belasting niet door de database kan worden verwerkt. Deze eigenschap is alleen van toepassing op dimensionele gegevensbronnen of OLAP-gegevensbronnen.</string>
- <string id="avoidZeroDiv">Geeft aan of de toepassing een nullwaarde retourneert wanneer er een deling door nul wordt aangetroffen. Deze eigenschap is alleen van toepassing op relationele gegevensbronnen.</string>
- <string id="rollupProcessing">Geeft aan waar de aggregaties worden berekend. Bij de instelling Uitgebreid worden aggregaties met behulp van een uitgebreide aggregatiebewerking berekend. Bij de instelling Database worden aggregaties door de databasesoftware berekend. Bij de instelling Landinstelling worden aggregaties met behulp van een actieve aggregatie berekend door de software op de rapportserver voor het ophalen van gegevens.</string>
- <string id="executionOptimization">Geeft aan welk aandeel van de query-verwerking wordt uitgevoerd door de client en welk aandeel door de databaseserver. Als de databaseserver in staat is om de complete queryverwerking uit te voeren, zal dit ook zo gebeuren.</string>
- <string id="maxRowsRetrieved">Geeft het maximumaantal databaserijen aan dat door de query kan worden opgehaald. Er wordt een fout geretourneerd als het aantal geretourneerde databaserijen de opgegeven waarde overschrijdt. Als er geen waarde is opgegeven, wordt geen fout geretourneerd en geeft de query alle rijen als resultaat.</string>
- <string id="maxTablesPerQuery">Geeft het maximumaantal tabellen aan dat door de query kan worden opgehaald. Er wordt een fout geretourneerd als het aantal tabellen in de gegenereerde IBM® Cognos® SQL de opgegeven waarde overschrijdt. Als er geen waarde is opgegeven, wordt er geen fout geretourneerd en is er geen beperking voor het aantal tabellen dat in de query kan worden opgenomen.</string>
- <string id="maxQueryExecutionTime">Geeft de maximale periode, in seconden, aan die de query kan besteden aan het openen van de databasecursor en het ophalen van de eerste rij met gegevens. Er wordt een fout geretourneerd als de opgegeven tijd wordt overschreden. Deze eigenschap geldt niet voor de totale tijd die nodig is voor het uitvoeren van de query. Als er geen waarde is opgegeven, wordt er geen fout geretourneerd en wordt de query volledig uitgevoerd.</string>
- <string id="maxTextBlobCharacters">Geeft het maximumaantal tekens aan dat de query voor elke tekst-BLOB kan ophalen. Er wordt een fout geretourneerd als het aantal opgehaalde tekens de opgegeven waarde overschrijdt. Als er geen waarde is opgegeven, wordt er geen fout geretourneerd en kunnen tekst-BLOB's een willekeurige lengte hebben.</string>
- <string id="outerJoinAllowed">Geeft aan of outer-joins in het object zijn toegestaan. Deze eigenschap is van toepassing op een enkele query en overschrijft de instelling in het modelleerprogramma IBM® Cognos® Framework Manager.</string>
- <string id="crossProductAllowed">Geeft aan of de query mag worden uitgevoerd als er een cross-join tussen de databasetabellen bestaat. Dit type query genereert een resultatenset die alle mogelijke, unieke combinaties van waarden uit de eerste en tweede tabel bevat. De standaardwaarde is Weigeren.</string>
- <string id="useSQLWithClause">Geeft aan of het verzoek met behulp van een SQL WITH-clausule naar de database wordt verstuurd. Wanneer deze is ingesteld op 'Ja' en de database ondersteunt WITH-clausules, wordt er een verzoek met een WITH-clausule gegenereerd. Wanneer deze is ingesteld op 'Nee' of de database ondersteunt geen WITH-clausules, wordt er met behulp van afgeleide tabellen een verzoek gegenereerd.</string>
- <string id="localCache">Hiermee wordt opgegeven of de set queryresultaten van een query mogelijk vaker gebruikt zal worden. Als u hier Ja selecteert, kan het queryprogramma bestaande SQL-resultaten in cache opnieuw gebruiken. Als u hier Nee selecteert, wordt de query uitgevoerd in plaats van dat er resultaten in cache worden gebruikt. Deze eigenschap is alleen van toepassing op relationele en dimensioneel gemodelleerde relationele (DMS) gegevensbronnen.</string>
- <string id="refreshOnPrompt">Geeft aan of een query opnieuw wordt uitgevoerd wanneer er een prompt-aanvraag wordt uitgevoerd. Als dit is ingesteld op Ja, wordt deze query of een query die van deze query is afgeleid, opnieuw uitgevoerd wanneer er een prompt-aanvraag wordt uitgevoerd, zoals forward, backward of reprompt. Als u Nee selecteert, wordt de query alleen opnieuw uitgevoerd als deze afhankelijk is van een parameter waarvan de waarde tijdens de prompt-aanvraag is gewijzigd. </string>
- <string id="suppress">Geeft het type onderdrukking aan dat moet worden toegepast op de queryresultaten. Deze eigenschap overschrijft de bijbehorende SAP BW-governor in het model.Als hier niets is opgegeven, wordt de waarde van de governor in het model gebruikt.</string>
- <string id="executionMethod">Geeft aan of een query in aanmerking komt voor gelijktijdig uitvoeren. Zelfs als de methode is ingesteld op Gelijktijdig, kan het toch gebeuren dat de query's na elkaar worden uitgevoerd. Dit hangt af van andere factoren. Als de uitvoeringsmethode niet expliciet is ingesteld op Gelijktijdig, worden de query's na elkaar worden uitgevoerd. Het gelijktijdig uitvoeren van query's kan in sommige gevallen leiden tot een snellere uitvoering.</string>
- <string id="useV4Interpretation">Hiermee geeft u op dat semantische objecten voor IBM® Cognos® ReportNet®-query's worden gebruikt als deze afwijken van de IBM Cognos Business Intelligence-queryregels.</string>
- <string id="useForParameterInfo">Geeft aan of de query prioriteit krijgt bij het bepalen van de parametergegevens. Query's waarvoor deze eigenschap op Ja is ingesteld, worden eerst gecontroleerd op parametergegevens, gevolgd door query's waarvoor deze eigenschap is ingesteld op Standaard. Query's waarvoor deze eigenschap op Nee is ingesteld, worden niet gecontroleerd op parametergegevens tenzij hiernaar wordt verwezen in een query die wordt gecontroleerd. Als u deze eigenschap instelt op Ja voor query's met parameters, worden promptpagina's mogelijk sneller weergegeven.</string>
- <string id="useAggregateCache">Geeft voor SAP BW gegevensbronnen aan of er gebruik moet worden gemaakt van de aggregatiecache. We raden u aan de standaardwaarde te gebruiken.</string>
- <string id="useSAPMUNAsBusinessKey">Geeft aan of de volledige SAP MUN moet worden geretourneerd als waarde voor de bedrijfssleutel. Gebruik deze querytiptekst voor het toestaan van het doordrillen naar een bedrijfssleutel voor een niet-eindpuntlid van een externe hiërarchie. Wanneer deze is ingesteld op Ja, verschijnt de volledige MUN in de rapportuitvoer.</string>
- <string id="cacheServerQuery">Geeft door aan de SAP BW-provider of de query die bij deze eigenschap hoort in de IBM® Cognos® Business Intelligence-lidcache is opgeslagen. Wanneer deze instelling is ingesteld op Ja, wordt de lidcache gevuld met de dimensies uit de query, versleuteld en opgeslagen voor gebruik op een later tijdstip.</string>
- <string id="useSQLParameters">Geeft aan of de gegenereerde SQL parametermarkeringen of literalen bevat. Wanneer Markering is ingesteld, bevat de gegenereerde SQL markeringen om aan te geven dat de waarde later wordt ingevuld. Wanneer Letterlijk is ingesteld, bevat de gegenereerde SQL letterlijke waarden. Als hier niets is ingevuld, bepaalt de server welke handeling wordt uitgevoerd.</string>
- <string id="border">Geeft de breedte, stijl en kleur voor het kader van het object aan.</string>
- <string id="borders">Hiermee geeft u op of er randen rondom het diagram moeten worden weergegeven.</string>
- <string id="padding">Geeft de ruimte aan tussen het object en de marges. Als er een kader is, dan wordt de ruimte tussen het object en het kader aangegeven.</string>
- <string id="margin">Geeft de marge-eigenschappen voor het object aan.</string>
- <string id="display">Elk rapportobject heeft een container, of vak, waarin de inhoud wel (standaard) of niet wordt afgebeeld. Deze eigenschap geeft aan of het standaard vaktype voor het object moet worden overschreven.</string>
- <string id="simpleDisplay">Elk rapportobject heeft een container, of vak, waarin de inhoud wel (standaard) of niet wordt afgebeeld. Deze eigenschap geeft aan of het standaard vaktype voor het object moet worden overschreven. Als dit is ingesteld op Geen, wordt het object niet weergegeven en wordt de ruimte voor het object niet in het rapport gereserveerd.</string>
- <string id="pieBorderColor">Hiermee geeft u de keuren op voor de randen rond een cirkeldiagram.</string>
- <string id="pieBorders">Hiermee geeft u op of er randen rondom een cirkeldiagram moeten worden weergegeven.</string>
- <string id="v2_plotArea">Hiermee geeft u de opvulkleur en de effecten op voor het tekengebied van een diagram.</string>
- <string id="fillEffects">Geeft de opvuleffecten voor het object aan.</string>
- <string id="background-image">Geeft de afbeelding aan die als achtergrond voor het object wordt gebruikt.</string>
- <string id="background-color">Geeft de achtergrondkleur voor het object aan.</string>
- <string id="color">Geeft de kleur van de tekst van het object aan.</string>
- <string id="generatedBackground">Hiermee geeft u de eigenschappen van een achtergrond op. U kunt achtergrondeffecten alleen toevoegen aan objecten met een vaste hoogte en breedte; als een percentagegrootte is opgegeven, worden de effecten genegeerd.</string>
- <string id="containerDropShadow">Definieert een schaduweffect dat wordt weergegeven voor een container.</string>
- <string id="v2_chartDropShadow">Hiermee geeft u op of en hoe een schaduweffect op een diagram wordt weergegeven.</string>
- <string id="pageGradient">Geeft een kleurverloop voor de pagina aan.</string>
- <string id="chartPalette">Hiermee geeft u het palet op dat wordt gebruikt voor het diagram. Deze eigenschap is alleen van toepassing op verouderde diagrammen.</string>
- <string id="v2_chartPalette">Hiermee geeft u het kleurpalet op voor een diagram.</string>
- <string id="v2_progressivePalette">Hiermee geeft u het kleurpalet op voor een progressief diagram.</string>
- <string id="numericChartPalette">Kaartniveaus gebruiken het numerieke palet, waarbij de kleur van een regio of punt wordt bepaald door zijn numerieke waarde.</string>
- <string id="conditionalPalette">Hiermee geeft u een voorwaardelijk palet voor het diagram op. Deze eigenschap is alleen van toepassing op verouderde diagrammen.</string>
- <string id="v2_conditionalPalette">Hiermee geeft u een voorwaardelijk palet voor het diagram op.</string>
- <string id="v2_coloredRegions">Hiermee geeft u rechthoekige gekleurde regio's op voor de hoofdtekst van het diagram om delen daarvan te markeren. Deze regio's worden achter de gegevensmarkeringen weergegeven. De volgorde voor het tekenen van de regio's is dezelfde als waarin ze in deze eigenschap verschijnen. De eerste regio wordt als eerste getekend, op de onderrand, en de laatste regio wordt bovenop de andere regio's getekend.</string>
- <string id="RegionTop_dataItemValue">Hiermee geeft u de positie op van de bovenrand van de gekleurde regio.</string>
- <string id="RegionBottom_dataItemValue">Hiermee geeft u de positie op van de onderrand van de gekleurde regio.</string>
- <string id="RegionLeft_dataItemValue">Hiermee geeft u de positie op van de linkerrand van de gekleurde regio.</string>
- <string id="RegionRight_dataItemValue">Hiermee geeft u de positie op van de rechterrand van de gekleurde regio.</string>
- <string id="RegionEnd_dataItemValue">Hiermee geeft u de positie op van een van de randen van de gekleurde regio langs de numerieke as. De regio strekt zich uit van de positie die is gedefinieerd in de Beginpositie tot de positie die is gedefinieerd in deze eigenschap. De waarde die is opgegeven in deze eigenschap, moet groter zijn dan de waarde die is opgegeven in de eigenschap Beginpositie.</string>
- <string id="RegionStart_dataItemValue">Hiermee geeft u de positie op van een van de randen van de gekleurde regio langs de numerieke as. De regio strekt zich uit van de positie die is gedefinieerd in deze eigenschap tot de positie die is gedefinieerd in de eigenschap Eindpositie. De waarde die u in deze eigenschap opgeeft, moet kleiner zijn dan de waarde die is opgegeven in de eigenschap Eindpositie.</string>
- <string id="v2_dialFace">Hiermee geeft u de opvulkleur en de effecten op voor het tekengebied van een meterdiagram.</string>
- <string id="font">Geeft lettertypefamilie, grootte, gewicht, stijl en effecten voor het weergeven van de tekst van het object aan.</string>
- <string id="summaryText">Hiermee geeft u een samenvattende tekst op voor tabelachtige objecten. Gebruik deze optie om rapporten toegankelijk te maken voor mensen die schermlezers gebruiken. Deze samenvattende tekst wordt niet afgebeeld in zichtbare webbrowsers. De samenvattende tekst wordt alleen gebruikt voor schermlezers en spraakbrowsers. Stel deze eigenschap alleen in voor tabellen die worden gebruikt voor het afbeelden van gegevens, en niet voor tabellen die worden gebruikt voor layoutdoeleinden. Om een tabelobjectfunctie als gegevenstabel te gebruiken, moet u ervoor zorgen dat voor een of meer van de cellen de eigenschap Table Header is ingesteld op Yes.</string>
- <string id="alternateText">Hiermee geeft u een tekstueel alternatief op voor niet-tekstobjecten, zoals afbeeldingen en diagrammen. Gebruik deze optie om rapporten toegankelijk te maken voor mensen die schermlezers gebruiken.</string>
- <string id="text-align">Geeft aan hoe de inhoud van het geselecteerde object horizontaal wordt uitgelijnd.</string>
- <string id="vertical-align_inline">Geeft aan hoe dit object ten opzichte van de items op hetzelfde niveau verticaal wordt uitgelijnd.</string>
- <string id="vertical-align">Geeft aan hoe de objecten in dit project verticaal worden uitgelijnd.</string>
- <string id="white-space">Hiermee geeft u op hoe de witruimte binnen het object moet worden afgehandeld en of de tekst in het object is voorzien van tekstterugloop of op een enkele regel wordt weergegeven. De term witruimte verwijst naar de spaties tussen woorden.</string>
- <string id="SpacingAndBreaking">Geeft teksteigenschappen aan, zoals de regelhoogte, letterafstand en woordafbreking.</string>
- <string id="TextFlowAndJustification">Geeft de eigenschappen voor tekstoverloop aan, zoals richting, schrijfmodus en uitvulling.</string>
- <string id="DimensionsAndOverflow">Geeft de hoogte of breedte van het object aan, alsmede de manier waarop de overloop van pagina's wordt afgehandeld (met schuifbalken en afkappen).</string>
- <string id="DimensionsAndOverflowAbsolute">Geeft de absolute hoogte of breedte van het object aan, alsmede de manier waarop de overloop van pagina's wordt afgehandeld (met schuifbalken en afkappen).</string>
- <string id="float">Geeft aan hoe objecten rond een object lopen.</string>
- <string id="visibility">Geeft aan of het object wordt weergegeven. Bij Nee wordt het object verborgen maar wordt een vaste ruimte voor het object in het rapport gereserveerd.</string>
- <string id="TableProperties">Geeft de eigenschappen voor het tabelobject aan.</string>
- <string id="dataItem_name">Geeft de naam van het object aan.</string>
- <string id="dataItem_label">Geeft het label van het object aan.</string>
- <string id="dataItem_type">Geeft het type object aan.</string>
- <string id="expression">Geeft de expressie aan waarmee het gegevensitem wordt gevuld.</string>
- <string id="aggregate">Geeft het type aggregatie aan dat moet worden toegepast. De instelling Automatisch betekent dat de toepassing op basis van het gegevenstype groepeert of samenvat. De instelling Samenvatting betekent dat elke instelling die in het model wordt gevonden, wordt gebruikt voor het bepalen van het type aggregatie. De standaardinstelling is Automatisch.</string>
- <string id="rollupAggregate">Hiermee geeft u het type aggregatie op dat moet worden toegepast op samengevatte waarden. Deze waarden komen voor in de hogere niveaus van lijsten en kruistabellen. Voor OLAP-gegevensbronnen wordt de rollup-aggregatiefunctie Count DISTINCT alleen ondersteund voor niveaus en ledensets.</string>
- <string id="aggregateDataItem">Hiermee geeft u het gegevensitem op dat wordt gebruikt voor de berekening van de samenvatting of aggregatie.</string>
- <string id="aggregateMethod">Hiermee geeft u het type samenvatting of aggregatie op dat wordt toegepast.</string>
- <string id="aggregateMethodList">Hiermee geeft u het type samenvatting of aggregatie op dat wordt toegepast.</string>
- <string id="useSetAggregation">Hiermee geeft u de aggregatieclausule op die wordt gebruikt voor de berekening van de samenvatting. Wordt als instelling Ja gekozen, dan wordt de aggregatieclausule in de set gebruikt. Wordt als instelling Nee gekozen, dan wordt de aggregatieclausule in het detail gebruikt.</string>
- <string id="sort">Sorteert de gegevens die worden gebruikt door de query om een tijdelijke kubus te produceren indien vereist, zoals voor een kruistabel tegen een relationele gegevensbron. Deze eigenschap is van invloed op de standaardvolgorde van leden van een niveau dat wordt gevuld vanuit het gegevensitem.</string>
- <string id="prePopulateIfParentOptional">Geeft aan of het besturingselement vooraf moet worden gevuld met waarden, maar alleen als dit bovenliggende promptbesturingselement optioneel is. Dit is alleen van toepassing op promptbesturingselementen die een bovenliggend item hebben in een prompt-cascade.</string>
- <string id="naInCalcMemberContext">Geeft aan of berekende waarden moeten worden onderdrukt die voorkomen op het snijpunt van een berekend lid van een gegevensbron en een door een query gedefinieerd berekend lid. Als waarden worden onderdrukt, worden de tekens die zijn opgegeven als notatie voor 'Niet van toepassing' weergegeven in de cellen.</string>
- <string id="prePopulateLevels">Geeft het aantal niveaus aan waarmee de prompt vooraf moet worden ingevuld. De standaardwaarde is 1. De prompt wordt dan vooraf ingevuld met alleen de hoofdleden.</string>
- <string id="useDetailValue">Geeft aan of een detailwaarde of een aggregatiewaarde wordt weergegeven voor een tekstitem dat een gegevensitem als bron heeft. Gebruik deze eigenschap alleen wanneer u de waarde wilt weergeven die verschijnt in de eerste of de laatste detailrij van een lijst, herhalingsfunctie of herhalingstabel op dezelfde pagina als het tekstitem.</string>
- <string id="refHierarchy">Geeft een verwijzing naar een hiërarchie aan. U kunt deze waarde niet wijzigen.</string>
- <string id="refDimension">Geeft een verwijzing naar een dimensie aan. U kunt deze waarde niet wijzigen.</string>
- <string id="refLevel">Geeft een verwijzing naar een niveau aan. U kunt deze waarde niet wijzigen.</string>
- <string id="refMember">Geeft een verwijzing naar een lid aan. U kunt deze waarde niet wijzigen.</string>
- <string id="refProperty">Geeft een verwijzing naar een eigenschap van een lid aan. U kunt deze waarde niet wijzigen.</string>
- <string id="rootMembersOnly">Geeft aan of de set alleen de hoofdleden of alle leden van de hiërarchie bevat.</string>
- <string id="HUN">Geeft de Hierarchy Unique Name (HUN) aan van de hiërarchie waartoe het gegevensitem behoort.</string>
- <string id="LUN">Geeft de Level Unique Name (LUN) aan van het niveau waartoe het gegevensitem behoort.</string>
- <string id="MUN">Geeft de Member Unique Name (MUN) van het lid aan.</string>
- <string id="MPUN">Geeft de Member Property Unique Name (MPUN) aan van de eigenschap van het lid.</string>
- <string id="setSorting">Geeft de sorteervolgorde van de set aan. Standaard is de set niet gesorteerd.</string>
- <string id="TupleMembers">Geeft de leden van de intersectie (tuple) aan.</string>
- <string id="pageSetName">Geeft de naam van het object aan.</string>
- <string id="pageName">Geeft de naam van het object aan.</string>
- <string id="queryName">Geeft de naam van het object aan.</string>
- <string id="dimensionName">Geeft de naam van het object aan.</string>
- <string id="levelName">Geeft de naam van het object aan.</string>
- <string id="factName">Geeft de naam van het object aan.</string>
- <string id="memberSetName">Geeft de naam van het object aan.</string>
- <string id="classes">Geeft de klasse aan die op het object wordt toegepast. De klasse levert een standaardstijl. Als u meer dan een klasse toepast, worden de stijleigenschappen van alle klassen samengevoegd wanneer deze worden toegepast. Als de klassen stijleigenschappen gemeen hebben, overschrijven de stijleigenschappen van de recentst toegepaste klasse de stijleigenschappen van eerder toegepaste klassen.</string>
- <string id="name">Geeft een unieke naam aan waardoor reeds toegepaste opmaak (layoutobjecten) opnieuw kan worden gebruikt.</string>
- <string id="variableName">Geeft de naam van het object aan.</string>
- <string id="layoutComponentName">Geeft een unieke naam aan waardoor reeds toegepaste layout-objecten opnieuw kunnen worden gebruikt.</string>
- <string id="performancePattern">Bepaalt welke gedeelten van de bereikmarkeringen voor tolerantie en doelbereiken worden weergegeven in een metrics-diagram.</string>
- <string id="markerColor">Geeft een kleur aan voor de doelwaardemarkeringen in een metrics-diagram.</string>
- <string id="toleranceColor">Geeft een kleur aan voor de verticale lijnen waarmee de tolerantiebereiken worden gemarkeerd voor doelmeetwaarden in een metrics-diagram.</string>
- <string id="targetRange">Geeft doelbereiken rondom doelmeetwaarden aan.</string>
- <string id="targetColor">Geeft een kleur voor de verticale lijnen aan waarmee de doelbereiken worden gemarkeerd voor doelmeetwaarden in een metrics-diagram.</string>
- <string id="targetBorderColor">Geeft een kleur aan voor de randen om doelwaardemarkeringen in een metrics-diagram.</string>
- <string id="skew">Geeft een percentage aan dat de positie van de tolerantiebalk en het tolerantiebereik beïnvloedt ten opzichte van de doelwaarde.</string>
- <string id="showTargetMarker">Geeft aan of de statusindicatoren in de legenda worden weergegeven.</string>
- <string id="targetMarkerPosition">Geeft aan of de statusindicatoren worden weergegeven in de eerste clusterbalk of in het midden van het cluster. Is niet van toepassing op gestapelde diagrammen.</string>
- <string id="choicesText">De titel die boven het vak met keuzes wordt weergegeven wanneer meerdere selecties zijn ingeschakeld. Deze eigenschap is van toepassing op de volgende typen prompt: waarde, tekstvak, datum, datum & tijd, tijd, interval, en selecteren & zoeken. De standaardtekst voor de titel is Keuzes.</string>
- <string id="resultsText">Geeft de titel aan die wordt afgebeeld boven het vak met resultaten bij prompts voor selecteren & zoeken. De standaardtekst voor de titel is Resultaten.</string>
- <string id="keywordsText">Geeft de titel aan die wordt afgebeeld boven het vak voor zoeken met trefwoorden bij prompts voor selecteren & zoeken. De standaardtekst voor de titel is Trefwoorden.</string>
- <string id="searchInstructionsText">Geeft de instructies aan die worden afgebeeld boven het vak voor zoeken met trefwoorden bij prompts voor selecteren & zoeken. Dit is de standaardtekst: Voer een of meer trefwoorden in gescheiden door spaties.</string>
- <string id="fromText">Het label dat wordt weergegeven naast het begin van een bereik. Deze eigenschap is van toepassing op de volgende typen prompt: datum, datum & tijd, tijd en interval. De standaardtekst voor de titel is Van.</string>
- <string id="toText">Het label dat wordt weergegeven naast het einde van een bereik. Deze eigenschap is van toepassing op de volgende typen prompt: datum, datum & tijd, tijd en interval. De standaardtekst voor de titel is Tot.</string>
- <string id="lowestValueText">Het label dat wordt weergegeven naast de optie met de laagste waarde wanneer bereiken zijn ingeschakeld. Deze eigenschap is van toepassing op de volgende typen prompt: datum, datum & tijd, tijd, waarde, tekstvak en interval. De standaardtekst is Vroegste datum, Vroegste tijd of Kortste periode.</string>
- <string id="highestValueText">Het label dat wordt weergegeven naast de optie met de hoogste waarde wanneer bereiken zijn ingeschakeld. Deze eigenschap is van toepassing op de volgende typen prompt: datum, datum & tijd, tijd, waarde, tekstvak en interval. De standaardtekst is Laatste datum, Laatste tijd of Langste periode.</string>
- <string id="choicesSelectAllText">Hiermee geeft u tekst op voor de koppeling onder het vak met keuzes waarmee alle items in het vak worden geselecteerd. Deze eigenschap geldt voor alle prompts met meerdere selecties en bereiken of meerdere selecties en zoeken. De standaardtekst is Alles selecteren.</string>
- <string id="choicesDeselectAllText">Hiermee geeft u de tekst op voor de koppeling onder het vak met keuzes waarmee de selectie van alle items in het vak wordt opgeheven. Deze eigenschap geldt voor alle prompts met meerdere selecties en bereiken of meerdere selecties en zoeken. De standaardtekst is Alle selecties opheffen.</string>
- <string id="resultsSelectAllText">Hiermee geeft u tekst op voor de koppeling onder het vak met resultaten waarmee alle items in het vak worden geselecteerd. Deze eigenschap geldt voor alle aanwijzingen met meerdere selecties en zoeken, structuuraanwijzingen en waardeaanwijzingen. De standaardtekst is Alles selecteren.</string>
- <string id="resultsDeselectAllText">Hiermee geeft u d tekst op voor de koppeling onder het vak met resultaten waarmee de selectie van alle items in het vak wordt opgeheven. Deze eigenschap geldt voor alle aanwijzingen met meerdere selecties en zoeken, structuuraanwijzingen en waardeaanwijzingen. De standaardtekst is Alle selecties opheffen.</string>
- <string id="deselectText">Hiermee geeft u de tekst op voor de koppeling waarmee de selectie van items wordt opgeheven als de selectie optioneel is. Deze eigenschap is van toepassing op de volgende typen prompt: tekstvak, datum, datum & tijd, tijd, interval, waarde, selecteren & zoeken en structuur. De standaardtekst is Alle selecties opheffen.</string>
- <string id="optionsText">Geeft de tekst aan voor de link voor extra promptopties in prompts voor selecteren & zoeken. De standaardtekst voor de titel is Opties.</string>
- <string id="searchText">Geeft het label aan dat op de zoekknop wordt afgebeeld in prompts voor selecteren & zoeken. De standaardtekst voor de titel is Zoeken.</string>
- <string id="insertText">Het label dat wordt weergegeven op de knop waarmee items kunnen worden toegevoegd aan het vak met geselecteerde items in alle prompts met meerdere selecties. De standaardtekst voor de titel is Invoegen.</string>
- <string id="removeText">Het label dat wordt weergegeven op de knop waarmee items kunnen worden verwijderd uit het vak met geselecteerde items in alle prompts met meerdere selecties. De standaardtekst voor de titel is Verwijderen.</string>
- <string id="daysText">De titel die wordt weergegeven boven het dagenvak in prompts van het type interval. De standaardtekst voor de titel is Dagen.</string>
- <string id="hoursText">Hiermee geeft u de titel op die wordt weergegeven boven het urenvak in prompts van het type interval. De standaardtekst voor de titel is Uur.</string>
- <string id="minutesText">Hiermee geeft u de titel op die wordt weergegeven boven het minutenvak in prompts van het type interval. De standaardtekst voor de titel is Minuten.</string>
- <string id="secondsText">Hiermee geeft u de titel op die wordt weergegeven boven het secondenvak in prompts van het type interval. De standaardtekst voor de titel is s.</string>
- <string id="millisecondsText">Hiermee geeft u de titel op die wordt weergegeven boven het millisecondenvak in prompts van het type interval. De standaardtekst voor de titel is ms.</string>
- <string id="headerText">De titel die wordt weergegeven boven de lijst met keuzen in een waardeaanwijzing. De standaardtekst is de naam van het niveau boven de gegevenitems die worden vermeld als keuzes, bijvoorbeeld Regio's.</string>
- <string id="appContainerSelect">Hiermee wordt de voorwaarde gedefinieerd die gebruikt wordt voor het accentueren van items die zijn geselecteerd in een besturingselement of in een container op basis van de waarde van een variabele. Als er een voorwaarde gedefinieerd is, wordt de eigenschap Automatisch selecteren ingesteld op Geen.</string>
- <string id="appContainerFilter">Hiermee wordt de voorwaarde gedefinieerd die gebruikt wordt voor het filteren van items in een besturingselement of in een container op basis van de waarde van een variabele.</string>
- <string id="appControlEnabled">Hiermee wordt de voorwaarde gedefinieerd die gebruikt wordt voor het inschakelen van een besturingselement of een container op basis van de waarde van een variabele.</string>
- <string id="appDataDefaultCard">De kaart die wordt weergegeven wanneer er geen andere kaart is die overeenkomt met de huidige status van de variabele.</string>
- <string id="appDefaultCard">De kaart die wordt weergegeven wanneer er geen andere kaart is die overeenkomt met de huidige status van de variabele.</string>
- <string id="appCards">De kaarten in de stapel. Elke kaart moet een bijbehorende rij hebben in de tabel met statische gegevens.</string>
- <string id="appNoValueListItem">Hiermee wordt opgegeven of er een standaardlijstitem moet worden gedefinieerd. Als het standaarditem is geselecteerd, wordt de waarde van het gegevensitem in het besturingselement op nul ingesteld. Standaard is het item zonder waarde het eerste item in de list.</string>
- <string id="appOnSelectSetVariableValues">Hiermee wordt de waarde van de variabelen ingesteld wanneer het besturingselement of een item in het besturingselement is geselecteerd.</string>
- <string id="currentCard">De kaart die momenteel in de stapel wordt afgebeeld.</string>
- <string id="currentTab">Hiermee wordt opgegeven welk tabblad er in het rapport moet worden weergegeven.</string>
- <string id="refAppVariable">Hiermee wordt de variabele opgegeven die in het besturingselement moet worden gebruikt.</string>
- <string id="appSummaryMethod">Hiermee wordt de aggregatiemethode opgegeven.</string>
- <string id="appSummaryMethod_rowCell">Hiermee wordt de aggregatiemethode opgegeven.</string>
- <string id="appSolveOrder">Hiermee wordt de oplosvolgorde in de kruistabel opgegeven. Het item met de laatste oplosvolgordewaarde wordt het eerst berekend, gevolgd door de een na laagste waarde, enz. Bij identieke waarden worden eerst kolomitems berekend, dan rij-items en vervolgens de meetwaarde.</string>
- <string id="appButtonBarButtons">Hiermee worden de knoppen op de knoppenbalk gedefinieerd.</string>
- <string id="appRadioButtons">Hiermee worden de knoppen in de groep keuzerondjes gedefinieerd.</string>
- <string id="appCheckboxes">Hiermee worden de selectievakjes in de groep selectievakjes gedefinieerd.</string>
- <string id="appListItems">Hiermee worden de lijstitems in het besturingselement gedefinieerd.</string>
- <string id="appTabs">Hiermee worden de tabs in het besturingselement voor tabs gedefinieerd.</string>
- <string id="appButton">Hiermee wordt de knop in het besturingselement gedefinieerd.</string>
- <string id="appOrientation">Hiermee wordt de richting van het besturingselement opgegeven.</string>
- <string id="appNoValueListItemLabel">Hiermee wordt de naam van het lijstitem zonder waarde opgegeven.</string>
- <string id="lastItemInList">Hiermee wordt de positie van het lijstitem zonder waarde in de lijst opgegeven.</string>
- <string id="appLabel">Hiermee wordt de naam van het object in het besturingselement opgegeven.</string>
- <string id="appIcon">Hiermee wordt de afbeelding opgegeven die wordt gebruikt om het object in het besturingselement te identificeren.</string>
- <string id="tabOrientation">Hiermee wordt de richting van de tabs in het besturingselement voor tabs opgegeven.</string>
- <string id="textColor">Hiermee wordt de kleur van de tekst van elk label opgegeven.</string>
- <string id="appDimensions">Hiermee wordt de hoogte en breedte van het besturingselement opgegeven.</string>
- <string id="buttonWidth">Hiermee wordt de breedte van de knoppen in de knoppenbalk opgegeven.</string>
- <string id="buttonGap">Hiermee wordt de afstand tussen de knoppen in de knoppenbalk opgegeven.</string>
- <string id="showIcon">Als dit is ingesteld, wordt hiermee opgegeven of het pictogram voor elk lijstitem in de vervolgkeuzelijst moet worden weergegeven.</string>
- <string id="allowSorting">Hiermee wordt opgegeven of sorteren voor de kolom is toegestaan bij het uitvoeren van het actieve rapport. U kunt de waarde van deze eigenschap voor meerdere objecten gelijktijdig instellen door de ctrl-toets ingedrukt te houden en te klikken op de items in het rapport.</string>
- <string id="appListColumnVisibility">Hiermee wordt opgegeven of een kolom zichtbaar is wanneer het actieve rapport wordt uitgevoerd. U kunt de zichtbaarheid van kolommen afhankelijk maken van een voorwaarde.</string>
- <string id="visible">Hiermee wordt opgegeven of een kolom of rij zichtbaar is wanneer het actieve rapport wordt uitgevoerd. U kunt de waarde van deze eigenschap voor meerdere objecten gelijktijdig instellen door de ctrl-toets ingedrukt te houden en te klikken op de items in het rapport.</string>
- <string id="showHover">Hiermee wordt opgegeven of selecteerbare gebieden in de gegevenscontainer worden benadrukt.</string>
- <string id="tabWidth">Hiermee wordt de breedte van de tabs in het besturingselement voor tabs opgegeven.</string>
- <string id="slideDirection">Hiermee geeft u de richting op waaruit een nieuwe kaart verschijnt. Selecteer auto-horizontaal of auto-verticaal om de richting automatisch in te stellen op basis van de volgorde van de kaarten in de stapel. Stel dat u auto-horizontaal hebt opgegeven. Als als u de eerste kaart van een stapel bekijkt en u vervolgens de vierde kaart selecteert, verschijnt de vierde kaart van rechts. Als u daarna de eerste kaart weer selecteert, verschijnt deze kaart van links.</string>
- <string id="appIteratorValues">Definieert de waarden van de iterator.</string>
- <string id="appIteratorFirst">Hiermee geeft u op of de knop Eerste in de iterator wordt weergegeven of verborgen.</string>
- <string id="appIteratorPrevious">Hiermee geeft u op of de knop Vorige in de iterator wordt weergegeven of verborgen.</string>
- <string id="appIteratorLabelArea">Hiermee geeft u op of de labels van iteratorwaarden worden weergegeven of verborgen.</string>
- <string id="appIteratorNext">Hiermee geeft u op of de knop Volgende in de iterator wordt weergegeven of verborgen.</string>
- <string id="appIteratorLast">Hiermee geeft u op of de knop Laatste in de iterator wordt weergegeven of verborgen.</string>
- <string id="appIteratorFPNLUI">Hiermee geeft u de te gebruiken gebruikersinterface voor de knop in de iterator op.</string>
- <string id="appIteratorLabelUI">Hiermee geeft u de te gebruiken gebruikersinterface voor de labels van iteratorwaarden op.</string>
- <string id="iteratorUIappLabel">Hiermee definieert u het label van de knop in de iterator.</string>
- <string id="iteratorUITextColor">Geeft de tekstkleur of het label van de knop aan.</string>
- <string id="iteratorUIDropDownWidth">Geeft de breedte van de vervolgkeuzelijst aan.</string>
- <string id="iteratorUIButtonWidth">Geeft de breedte van de knop aan.</string>
- <string id="iteratorUIshowIcon">Geeft aan of het pictogram voor het huidige label moet worden afgebeeld.</string>
- <string id="iteratorNumberProperties">Geeft de stijl van de getallen aan die worden gebruik voor het iteratornummer.</string>
- <string id="dotColor">Geeft de kleur aan van de punten van de waarden die niet geselecteerd zijn in de iterator.</string>
- <string id="activeDotColor">Geeft de kleur aan van het punt van de geselecteerde waarden in de iterator.</string>
- <string id="labelColor">Geeft de kleur aan van labels in de schuifregelaar.</string>
- <string id="trackLength">Geeft de spoorlengte aan van de schuifregelaar.</string>
- <string id="rangeType">Geeft aan of er een of twee wijzers worden afgebeeld en welk gebied van het spoor wordt geaccentueerd.</string>
- <string id="animate">Geeft aan of de beweging van de schuifregelaar wordt geanimeerd.</string>
- <string id="live">Geeft aan of variabelen worden bijgewerkt als de wijzer wordt verplaatst. Als u hier Ja opgeeft, wordt het rapport live bijgewerkt als de wijzer wordt verplaatst. Als u hier Nee opgeeft, wordt het rapport alleen bijgewerkt als de wijzer wordt gestopt en weer wordt vrijgegeven.</string>
- <string id="discreteTickInterval">Geeft het interval aan, in waarden voor de schuifregelaar, tussen de markeringsstrepen. Als u bijvoorbeeld 3 opgeeft, verschijnt er een markeringsstreep voor elke derde waarde in de schuifregelaar. Om deze eigenschap toe te passen, moet er een waarde voor de eigenschap Type markeringsstreep worden opgegeven anders dan Geen of Geen labels.</string>
- <string id="tickType">Geeft het type label aan dat wordt afgebeeld voor de markeringsstrepen in de schuifregelaar.</string>
- <string id="tickLabelSkipInterval">Geeft het interval in markeringsstrepen aan tussen labels. Dit helpt bij het voorkomen van overlappende labels in de schuifregelaar. Als twee labels elkaar overlappen, wordt het tweede label niet afgebeeld.</string>
- <string id="continuousSliderVariable">Geeft de variabele aan die aan de schuifregelaar is gekoppeld.</string>
- <string id="sliderMin">Geeft de minimumwaarde voor de schuifregelaar aan.</string>
- <string id="sliderMax">Geeft de maximumwaarde voor de schuifregelaar aan.</string>
- <string id="step">Geeft aan bij welke intervals de wijzer stopgezet kan worden.</string>
- <string id="continuousTickInterval">Geeft het interval aan, in waarden voor de schuifregelaar, tussen de markeringsstrepen. Als u bijvoorbeeld 20 opgeeft in een schuifregelaar die waarden tussen 0 en 100 bevat, verschijnt er een markeringsstreep op 20, 40, 60, 80 en 100. Om deze eigenschap toe te passen, moet er een waarde voor de eigenschap Type markeringsstreep worden opgegeven anders dan Geen of Geen labels.</string>
- <string id="continuousSliderMinVariable">Geeft aan welke variabele wordt gebruikt voor de minimumwaarde als het bereiktype van de schuifregelaar Bereik is.</string>
- <string id="continuousSliderMaxVariable">Geeft aan welke variabele wordt gebruikt voor de maximumwaarde als het bereiktype van de schuifregelaar Bereik is.</string>
- <string id="appDiscreteSliderValues">Definieert de waarden van de schuifregelaar.</string>
- <string id="whichValues">Geeft aan welke waarde van de variabele wordt afgebeeld. Als de variabele meerdere waarden retourneert, krijgt u met Lijst de waarden te zien, gescheiden door komma's.</string>
- <string id="clickableContainer">Geeft aan op welke gebieden van de gegevenscontainer kan worden geklikt. Als u voor bepaalde gegevenscontainers ervoor kiest om op delen te kunnen klikken, kunt u verder verfijnen op welke gebieden kan worden geklikt met behulp van de eigenschap Klikbaar gebied.</string>
- <string id="showPointer">Geeft aan of de cursor als hand moet worden afgebeeld boven een gebied waarop kan worden geklikt. U kunt de waarde van deze eigenschap voor meerdere objecten gelijktijdig instellen door de ctrl-toets ingedrukt te houden en te klikken op de items in het rapport.</string>
- <string id="clickableOptional">Geeft aan of op het object kan worden geklikt. Als (Standaard) is geselecteerd, wordt de waarde overgenomen van de eigenschap Klikbare gebieden van het bovenliggende object.</string>
- <string id="clickable">Hiermee wordt opgegeven of op het object kan worden geklikt wanneer het actieve rapport wordt uitgevoerd. U kunt de waarde van deze eigenschap voor meerdere objecten gelijktijdig instellen door de ctrl-toets ingedrukt te houden en te klikken op de items in het rapport.</string>
- <string id="v2_minorInterval">Als er kleinere rasterlijnen zijn gedefinieerd voor de as van het diagram, dan geeft dit aan hoeveel kleinere intervals er in de grotere intervals voorkomen. De standaardwaarde is 2; dit geeft aan dat één kleinere rasterlijn wordt afgebeeld tussen elke grotere rasterlijn.</string>
- <string id="v2_minorInterval2">Als er kleinere rasterlijnen zijn gedefinieerd voor de as van het diagram, dan geeft dit aan hoeveel kleinere intervals er in de grotere intervals voorkomen. De standaardwaarde is 2; dit geeft aan dat één kleinere rasterlijn wordt afgebeeld tussen elke grotere rasterlijn.</string>
- <string id="markerStyle">Geeft de vorm, het vullingstype en de kleur aan van de markeringen in het diagram.</string>
- <string id="v2_numericPosition_dataItemValue">Als de markering of de basislijn is gebaseerd op een queryberekening, kunt u hiermee overschakelen naar een ander gegevensitem.</string>
- <string id="defineCustomGrouping">Geeft nadere informatie over de gegevensitems in aangepaste groepen. Met aangepaste groepen maakt u groepen van gegevensitems die voor u van belang zijn.</string>
- <string id="showTooltip">Geeft aan of de knopinfo voor de waarden van de schuifregelaar afgebeeld wordt als er op de miniatuur wordt geklikt of als die wordt verplaatst.</string>
- <string id="sourceText_appDataItemValue">Geeft het gegevensitem aan dat wordt gebruikt om het tekstitem in het vensteronderdeel te vullen.</string>
- <string id="sourceUrl_appDataItemValue">Geeft het gegevensitem aan dat wordt gebruikt om de afbeelding in het vensteronderdeel te vullen.</string>
- <string id="sourceHtml_appDataItemValue">Geeft het gegevensitem aan dat wordt gebruikt om het HTML-item in het vensteronderdeel te vullen.</string>
- <string id="appRepeaterTableCellValues">Geeft de gegevenswaarden aan die in de herhalingstabel kunnen voorkomen. Waarden wordt geordend op gegevensitem. Naast het standaard gegevensitem (Label) en de verstrekte waarden kunt u ook uw eigen gegevensitems en waarden maken.</string>
- <string id="containedTextDirection">Geeft de richting aan van de tekst in samengestelde objecten. Samengestelde objecten zijn diagrammen, kaarten en prompts. Bij Contextueel wordt de richting van de tekst gebaseerd op het eerste alfabetische teken in de tekst. Als het teken thuishoort in een taal die bidirectioneel schrift ondersteunt, is de richting van rechts naar links. Anders is de richting van links naar rechts. Cijfers en speciale tekens zijn niet van invloed op de richting van de tekst. Als de tekst bijvoorbeeld begint met een cijfer, gevolgd door een Arabisch teken, is de richting van rechts naar links. Als de tekst begint met een cijfer, gevolgd door een Latijns teken, is de richting van links naar rechts.</string>
- <string id="displayForOrientation">Geeft de stand van het mobiele apparaat aan die vereist is om het object af te beelden tijdens het bekijk van het actieve rapport. Als bijvoorbeeld de stand Liggend wordt geselecteerd, wordt het object alleen afgebeeld als het mobiele apparaat in de liggende stand wordt vastgehouden. Het object wordt niet afgebeeld als het apparaat in de staande stand wordt vastgehouden.</string>
- <string id="appSliderTrackValuesFormat">Geeft de gegevensindeling van de waarden van de schuifregelaar aan.</string>
- <string id="setDefinition">Geeft een ledenset aan.</string>
- <string id="labelFor">Dit geeft de naam aan van het promptbesturingselement dat u aan het tekstitem wilt koppelen. Deze eigenschap wordt gebruikt om een promptbesturingselement toegankelijk te maken door een label voor het element te definiëren.</string>
- <string id="refMeasure">De meetwaarde die gebruikt worden voor het afbeelden van waarden als een percentage van een samenvatting.</string>
- <string id="PercentageBasedOn">Geeft de gegevens aan die gebruikt worden voor het berekenen van percentagewaarden.</string>
- <string id="vizValueDataFormat">Geeft de gegevensindeling van het object aan. Voor dit object is alleen een numerieke indeling mogelijk.</string>
- <string id="vizLabel">Het label voor het gegevensitem. Bij automatische tekst wordt de naam van het gegevensitem als label gebruikt. Bij opgegeven tekst wordt de door u opgegeven tekst als label gebruikt. Met de opgegeven tekst kunt u vertalingen van het label toevoegen ter ondersteuning van anderstalige gebruikers.</string>
- <string id="vizValueRollupMethod">Geeft de aggregatiemethode aan die wordt gebruikt voor het samenvatten van gegevens in de visualisatie als gebruikers meerdere waarden selecteren in een besturingselement van een actief rapport, bijvoorbeeld in een selectievakje.</string>
- <string id="overrideData">Geeft aan of de gegevens worden gebruikt die in de definitie van de visualisatie zijn gedefinieerd in plaats van de gegevens die u vanuit het pakket invoegt.</string>
- <string id="edgeStructure">Geeft de nestvolgorde van extra categorieën in de query. Wijzig de nestvolgorde van extra categorieën als items uit dezelfde dimensie komen. Bijvoorbeeld: een visualisatie heeft Jaar als categorie en Maand en Kwartaal als extra categorieën. De volgorde van de categorieën moet Jaar, Kwartaal en Maand zijn om de query uit te kunnen voeren.</string>
- <string id="vizValueRange">Geeft aan hoe de minimum- en maximumwaarden voor de visualisatie moeten worden berekend.</string>
- <string id="vizClickable">Geeft aan op welke gebieden van de visualisatie kan worden geklikt. Bij Visualisatie als geheel kan op elk gebied worden geklikt. Bij Intersecties van de visualisatie kan op elk element in de visualisatie worden geklikt.</string>
- <string id="showVizTooltips">Hiermee geeft u op of er knopinfo wordt weergegeven in een visualisatie wanneer u de muisaanwijzer over de gegevenselementen beweegt. Knopinfo wordt niet ondersteund in PDF-documenten.</string>
- <string id="TOCEntry">Geeft aan of het item voor het boekje moet worden opgenomen bij het toevoegen van een inhoudsopgave aan het rapport.</string>
- <string id="bookletItemName">De naam van het boekjesitem.</string>
- <string id="bookletReportPath">Het rapport waarnaar wordt verwezen als het boekjesitem.</string>
- <string id="parameterHandling">Geeft de behandeling aan van de opgeslagen parameterwaarden die afkomstig zijn van het boekjesitem. Parameterwaarden hebben betrekking op informatie over aanmelding, validatie en aanwijzingen; deze informatie wordt opgeslagen op de IBM® Cognos®-server. Als Negeren is geselecteerd, worden de waarden niet gebruikt tijdens het uitvoeren van het rapport. Als Samenvoegen is geselecteerd, worden de parameterwaarden die afkomstig zijn van het boekjesitem, samengevoegd met de parameterwaarden afkomstig uit het rapportboekje. Als dezelfde waarde aanwezig is voor zowel het boekjesitem en het rapportboekje, wordt de waarde van het boekjesitem genegeerd.</string>
- <string id="resolvePromptPages">Geeft voor het uitvoeren van het rapport aan of de van het boekjesitem afkomstige bewerkte promptpagina's moeten worden weergegeven.</string>
- <string id="startHeadingLevel">Als het boekjesitem is opgenomen in de inhoudsopgave, wordt hiermee het beginniveau voor het boekjesitem aangegeven. Als u bijvoorbeeld 2 opgeeft, hebben alle vermeldingen in de inhoudsopgave voor het boekjesitem een sectienummer dat begint met 2.</string>
- <string id="rollupTOC">Geeft aan of de vermeldingen voor het boekjesitem in de inhoudsopgave moeten worden verwerkt in het rapportboekje.</string>
- <string id="outputType">Geeft aan waar de visualisatie wordt weergegeven. Visualisaties die worden weergegeven op de IBM® Cognos®-server, worden weergegeven als statische afbeeldingen. Sommige visualisatie-eigenschappen gelden alleen voor een van de opties. Het weergeven van visualisaties op de Cognos-server of op de client in van invloed op de prestaties en op de grootte van het actieve rapport. Selecteer Client voor het inschakelen van filters aan de clientzijde.</string>
- <string id="vizShowHover">Hiermee wordt opgegeven of selecteerbare gebieden in de visualisatie worden geaccentueerd.</string>
- <string id="formatSubset">Geeft de gegevensindeling van het object aan. Voor dit object is alleen een numerieke indeling mogelijk.</string>
- <string id="categoryValueRangeClientSide">Geeft aan of het bereik van alle categoriegegevens in de visualisatie, of het gefilterde bereik behorend bij de geselecteerde waarden, wordt afgebeeld in een besturingselement van een actief rapport. Als u bijvoorbeeld alle reeksgegevens selecteert, worden alle legenda-items altijd in de visualisatie afgebeeld en blijft de kleur van elk legenda-item in de visualisatie gelijk. Als een categorie op een as wordt ingevoegd, wordt er voor alle gegevens op de as ruimte gereserveerd. Als u gefilterde gegevens selecteert, worden alleen gefilterde gegevens in de legenda en op de assen afgebeeld. De kleur van elk legenda-item kan veranderen als gebruikers verschillende waarden in het besturingselement selecteren.</string>
- <string id="filterType">Het type filter om te genereren voor de join-relatie. In genereert een IN-predicaat van constante waarden. Tussen genereert een BETWEEN-predicaat, met behulp van de minimum- en maximumwaarden van de join-sleutels. Tabel genereert een constructorformulier voor tabelrijen van het IN-predicaat. Standaard wordt er geen filteroptimalisatie uitgevoerd. Is alleen van toepassing op dynamische querymodus.</string>
- <string id="reverse">Geef aan of u de richting van de schuifregelaar wilt omkeren. Als u dit instelt op Ja, gaan horizontale schuifregelaars van rechts naar links en verticale schuifregelaars van onder naar boven.</string>
- <string id="layoutTable">Dit geeft aan of het object worden weergegeven als een gegevenstabel of als een indelingstabel. Van toepassing op lijsten, kruistabellen en herhalingstabellen. Gebruik deze eigenschap optie om rapporten toegankelijk te maken voor mensen die schermlezers gebruiken. Als u bijvoorbeeld secties in een lijst maakt, fungeert de buitenste lijst als kop, en niet als gegevensrij. Om de buitenste lijst correct als indelingstabel aan te duiden, stelt u deze eigenschap voor de buitenste lijst in op Ja.</string>
- <string id="vizType">Het type visualisatie. Deze eigenschap bevat het visualisatie-ID, dat ook de bundelnaam van de visualisatie vertegenwoordigt.</string>
- <string id="autoChart">Automatisch diagramtype</string>
- <string id="styleReference">Het rapport waaruit naar de stijlen wordt verwezen.</string>
- <string id="vizEmptyFieldItemLabel">Als er voor de categorie geen gegevensitem opgegeven is, wordt het label gedefinieerd dat gebruikt wordt voor een item van een lege categorie. Bij Automatisch wordt het waardelabel als label gebruikt, tenzij de visualisatie meerdere waarden bevat. Als er meerdere waarden zijn, wordt er geen tekst voor het label afgebeeld. Bij opgegeven tekst wordt de door u opgegeven tekst als label gebruikt. Als u de tekst opgeeft, kunt u vertalingen voor het label toevoegen ter ondersteuning van gebruikers in meerdere talen.</string>
- <string id="ignoreNoDataForHover">Hiermee wordt opgegeven of niet-selecteerbare gebieden in de gegevenscontainer worden benadrukt als er geen gegevens voor die gebieden beschikbaar zijn.</string>
- <string id="appDrills">Geeft actieve doordrildefinities voor rapport-naar-actief rapport aan. Met deze eigenschap wordt doordrillen mogelijk vanuit het ene actieve rapport naar het andere actieve rapport als de rapporten worden bekeken in IBM® Cognos® Mobile.</string>
- <string id="vizValueDecimal">Geeft aan of een decimale representatie of JavaScript-getallen worden gebruikt voor het vertegenwoordigen van waarden in IBM® Cognos® Active Report. Het gebruik van decimale representatie voor Active Report zorgt voor nauwkeurige resultaten maar kan de snelheid van het actieve rapport nadelig beïnvloeden. Als JavaScript-getallen worden gebruikt, kan dat leiden tot onnauwkeurigheden bij de drijvende komma in bepaalde decimale getallen; de snelheid is echter vaak beter.</string>
- <string id="v2_labelControl">Regelt de weergave van labels in een diagram.</string>
- <string id="numberOfStaggerLevels">Geeft het aantal verspringniveaus aan dat wordt gebruikt voor het weergeven van labels op een as.</string>
- <string id="rotationAngle">Geeft de hoek in graden aan waarin labels gedraaid worden bij het weergeven van labels op een as.</string>
- <string id="autoSelect">Hiermee wordt aangegeven dat het eerste of laatste item in een besturingselement automatisch wordt geselecteerd. Als er een andere waarde dan Geen geselecteerd wordt, wordt elke voorwaarde die gedefinieerd is in de eigenschap Containerselectie verwijderd.</string>
- <string id="categoryDataItemValueRangeClientSide">Geeft aan of het bereik van alle categoriegegevens in de visualisatie, of het gefilterde bereik behorend bij de geselecteerde waarden, wordt afgebeeld in een besturingselement van een actief rapport. Als u bijvoorbeeld alle reeksgegevens selecteert, worden alle legenda-items altijd in de visualisatie afgebeeld en blijft de kleur van elk legenda-item in de visualisatie gelijk. Als een categorie op een as wordt ingevoegd, wordt er voor alle gegevens op de as ruimte gereserveerd. Als u gefilterde gegevens selecteert, worden alleen gefilterde gegevens in de legenda en op de assen afgebeeld. De kleur van elk legenda-item kan veranderen als gebruikers verschillende waarden in het besturingselement selecteren.</string>
- <string id="runOptions">Uitvoeringsopties voor het rapport, zoals de indeling van de uitvoer, de hoeveelheid gegevens die moet worden geretourneerd en het aantal rijen per pagina.</string>
- <string id="burstOptions">Burst-opties voor het rapport, zoals het gegevensitem waarop de burst van rapporten moet plaatsvinden, en de geadresseerden.</string>
- <string id="upgradeInfo">Hier ziet u de problemen die bij het upgraden van een rapport worden gedetecteerd.</string>
- <string id="viewPagesAsTabs">In HTML-uitvoer wordt hier aangegeven of elke rapportpagina op een eigen tabblad moet worden afgebeeld en op welke plaats de tabs moeten worden afgebeeld in de browser.</string>
- <string id="useStyleVersion">Geeft de IBM Cognos-productklassen aan die worden gebruikt voor het indelen van objecten. Selecteer 1.x stijlen om IBM Cognos ReportNet-stijlen te gebruiken. Selecteer 8.x-stijlen of 10.x-stijlen om IBM Cognos BI-klassen te gebruiken. Selecteer 11.x stijlen om IBM Cognos Analytics-klassen te gebruiken. Selecteer Vereenvoudigde Stijlen als u klassen wilt gebruiken waarvoor minimale stijlkenmerken zijn opgegeven. Deze zijn geschikt voor het maken van financiële rapporten.</string>
- <string id="interactivePageBreakByFrame">Voor rapporten met meerdere gegevenscontainers ziet u hier of het standaard aantal rijen van elke gegevenscontainer moet worden afgebeeld op elke HTML-pagina.</string>
- <string id="paginateHTMLOutput">In opgeslagen HTML-uitvoer geeft dit aan of er meerdere pagina's moeten worden gemaakt, of een enkele pagina waar doorheen kan worden gebladerd.</string>
- <string id="use1xCSVExport">Bij het werken met rapporten die in IBM Cognos ReportNet zijn gemaakt, geeft dit aan of er rapportuitvoer in CSV-indeling moet worden gemaakt.</string>
- <string id="defaultPageSetup">Hiermee worden opties voor PDF-pagina's ingesteld.</string>
- <string id="conditionalLayouts">Hiermee worden er, op basis van voorwaarden, layouts aan een rapport toegevoegd. De voorwaarden worden gedefinieerd met behulp van variabelen.</string>
- <string id="reportName">De naam van het rapport, opgegeven toen het rapport werd opgeslagen.</string>
- <string id="defaultDataFormats">De eigenschappen van de standaard gegevensindeling voor elke gegevenstype.</string>
- <string id="drillUpDown">Hiermee kan het omhoog drillen (drill-up) en omlaag drillen (drill-down) in het rapport mogelijk of onmogelijk worden gemaakt. Deze eigenschap kan ook worden ingesteld op het tabllad Basis van de eigenschap Geavanceerd drillgedrag.</string>
- <string id="modelBasedDrillThru">Maakt het mogelijk of onmogelijk om het rapport tijdens het doordrillen van een pakket te gebruiken als bron. Deze eigenschap kan ook worden ingesteld op het tabblad Basis van de eigenschap voor geavanceerd drilgedrag.</string>
- <string id="acceptDynamicFilter">Als het rapport een doel voor doordrillen (drill-through) is, wordt hiermee opgegeven of er extra filtering moet worden toegepast als bepaalde namen uit de context in het bronrapport overeenkomen met namen van items in het doelrapport. Deze eigenschap kan ook worden ingesteld op het tabblad Basis van de eigenschap voor geavanceerd drilgedrag.</string>
- <string id="advancedDrillUpDown">Geeft het drillgedrag (omhoog of omlaag drillen( voor een willekeurig gegevensitem in het rapport aan.</string>
- <string id="reportStyleRef">Zorgt ervoor dat er lokale en algemene stijlen uit een ander rapport worden toegepast.</string>
- <string id="currentCardForDataDeck">De kaart die momenteel in de stapel wordt afgebeeld.</string>
- <string id="className">De naam van de klasse.</string>
- <string id="src">Het doelrapport voor het iFrame.</string>
- <string id="refAppDrillTo">Hiermee kunnen er toepassingslinks worden gemaakt of bewerkt. Toepassingslinks worden gebruikt voor het doorgeven van parametergegevens aan doelrapporten of externe webpagina's.</string>
- <string id="dataItemSharing">Hiermee wordt er een definitie van een gedeelde set gemaakt.</string>
- <string id="appProperties">Hiermee worden de eigenschappen van het actieve rapport opgegeven.</string>
- <string id="useAdvancedViewer">Geeft aan of interactie in de rapportuitvoer ingeschakeld moet worden. Als hier Ja wordt ingesteld, kunne gebruikers wijzigingen in het rapport aanbrengen, bijvoorbeeld door gegevens te filteren en het rapport in te delen. Standaard is interactie uitgeschakeld voor rapporten die in vorige versies van IBM Cognos BI zijn gemaakt.</string>
- <string id="expressionLocale">Geef de taal van het pakket aan.</string>
- <string id="detailRollup">Geeft het type aggregatie aan dat moet worden toegepast. De instelling Automatisch betekent dat de toepassing op basis van het gegevenstype groepeert of samenvat. De instelling Samenvatting betekent dat elke instelling die in het model wordt gevonden, wordt gebruikt voor het bepalen van het type aggregatie. De standaardinstelling is Automatisch.</string>
- <string id="groupRollup">Hiermee geeft u het type aggregatie op dat moet worden toegepast op samengevatte waarden. Deze waarden komen voor in de hogere niveaus van lijsten en kruistabellen. Voor OLAP-gegevensbronnen wordt de rollup-aggregatiefunctie Count DISTINCT alleen ondersteund voor niveaus en ledensets.</string>
- <string id="applicationLinks">Hiermee kunnen er toepassingslinks worden gemaakt of bewerkt. Toepassingslinks worden gebruikt voor het doorgeven van parametergegevens aan doelrapporten of externe webpagina's.</string>
- <string id="allowOnDemandToolbarInRun">Geeft in HTML-uitvoer aan of de werkbalk op verzoek beschikbaar is. De standaardwaarde is Ja. Dit is alleen van toepassing als de werkbalk op verzoek is ingeschakeld voor de rol van de gebruiker.</string>
- <string id="queryReportData">Geeft het pakket aan dat door de query gebruikt wordt.</string>
- <string id="refQueryDataSet">Geeft een verwijzing naar een query aan.</string>
- <string id="masterDetailLinksDataSet">Geeft relaties tussen de hoofdgegevenscontainer en de detailgegevenscontainer aan. Geeft met name aan hoe query-items in de hoofdquery gekoppeld zijn aan query-items of parameters in de detailquery.</string>
- <string id="showColumnTitlesBoolean">Geeft aan of kolomtitels worden weergegeven.</string>
- <string id="lcShowColumnTitles">Geeft aan of kolomtitels worden weergegeven.</string>
- <string id="scrollableAreaHeight">Geeft de hoogte van het doorbladerbare gebied in pixels aan.</string>
- <string id="list_scrollableAreaHeight">Geeft de hoogte van het doorbladerbare gebied in pixels aan.</string>
- <string id="rowHeight">Geeft de hoogte van elke rij in de gegevenstabel in pixels aan.</string>
- <string id="selectionBackgroundColor">Geeft de achtergrondkleur van geselecteerde items aan.</string>
- <string id="selectionForegroundColor">Geeft de voorgrondkleur van geselecteerde items aan.</string>
- <string id="appListRowStyleSequence">Geeft de volgorde van kleuren aan die toegepast worden op de rijen in de lijst.</string>
- <string id="lcRowStyleSequence">Geeft de reeks kleuren aan die moeten worden toegepast op de rijen in de gegevenstabel.</string>
- <string id="appListQueryStructure">Geeft aan hoe gegevensitems in de query opgemaakt worden. Gebruik deze eigenschap om ervoor te zorgen dat gegevensitems zich in de correcte nestvolgorde bevinden. Als items in de query niet correct gerangschikt worden, wordt het rapport mogelijk niet uitgevoerd. </string>
- <string id="appListBorder">Geeft de kleur voor de verschillende kaders in de gegevenslijst aan. </string>
- <string id="columnWidth">Geeft de breedte van de kolom in pixels aan.</string>
- <string id="allowSorting_appListColumn">Hiermee wordt opgegeven of sorteren voor de kolom is toegestaan bij het uitvoeren van het actieve rapport.</string>
- <string id="builtinViz">Hiermee worden aangepaste indicatoren in de gegevenslijst ingebed voor de kolomwaarden. U geeft het type aangepaste indicator aan dat afgebeeld wordt, en de vorm en kleur van gegevenswaarden, die tussen -1 en 1 moeten liggen.</string>
- <string id="appFactDecimal">Geeft aan of een decimale representatie of JavaScript-getallen worden gebruikt voor het vertegenwoordigen van waarden in IBM® Cognos® Active Report. Het gebruik van decimale representatie voor Active Report zorgt voor nauwkeurige resultaten maar kan de snelheid van het actieve rapport nadelig beïnvloeden. Als JavaScript-getallen worden gebruikt, kan dat leiden tot onnauwkeurigheden bij de drijvende komma in bepaalde decimale getallen; de snelheid is echter vaak beter.</string>
- <string id="defineAppListColumnTitleLabel">Overschrijft het standaardlabel van een kolom. Als u hier Ja opgeeft, geef dan het nieuwe label op in de nu afgebeelde eigenschap Label.</string>
- <string id="appListColumnTitleLabel">Geeft het label van de kolomtitel aan.</string>
- <string id="detailFilterDisplay">Geeft aan hoe filtertekst afgebeeld wordt voor detailfilters die op het object toegepast worden. Met de optie Wijzigbaar in de viewer beeldt u alleen de filters af die wijzigbaar zijn in Cognos Viewer. Met de optie Niet wijzigbaar in de viewer beeldt u alleen de filters af die niet wijzigbaar zijn in Cognos Viewer.</string>
- <string id="summaryFilterDisplay">Geeft aan of filtertekst afgebeeld wordt voor alle samenvattingsfilters die op het object toegepast worden.</string>
- <string id="ccConfiguration">De JSON die gebruikt wordt voor het configureren van het aangepaste besturingselement.</string>
- <string id="ccPath">De locatie van het bestand dat het JavaScript voor het aangepaste besturingselement bevat.</string>
- <string id="pageModulePath">De locatie van het bestand dat het JavaScript voor de paginamodule bevat.</string>
- <string id="ccHeight">De hoogte van het aangepaste besturingselement.</string>
- <string id="ccWidth">De breedte van het aangepaste besturingselement.</string>
- <string id="ccUiType">De interface die gebruikt worden voor het aangepaste besturingselement voor interactie met het rapport.</string>
- <string id="ccDescription">Geeft een beschrijving voor het object aan, die als ondersteuning kan dienen bij het bewerken.</string>
- <string id="ccName">Geeft een unieke naam aan waardoor reeds toegepaste layout-objecten opnieuw kunnen worden gebruikt.</string>
- <string id="appListValueRollupMethod">Geeft de aggregatiemethode aan die wordt gebruikt voor het samenvatten van gegevens in de gegevenslijst als gebruikers meerdere waarden selecteren in een besturingselement van een actief rapport, bijvoorbeeld in een selectievakje.</string>
- <string id="appListOverallSummary">Hiermee wordt een totaaloverzicht aan de gegevenslijst toegevoegd.</string>
- <string id="vcSlotLabel">Het label voor het gegevensitem. Bij automatische tekst wordt de naam van het gegevensitem als label gebruikt. Bij opgegeven tekst wordt de door u opgegeven tekst als label gebruikt. Als u de tekst opgeeft, kunt u vertalingen voor het label toevoegen ter ondersteuning van gebruikers in meerdere talen.</string>
- <string id="idSlot">Het ID voor het kluisvak</string>
- <string id="idDataSet">Het ID voor de gegevensset</string>
- <string id="format_vcSlotData">Geeft de gegevensindeling van het object aan.</string>
- <string id="vcValueFormat">Geeft de gegevensindeling van het object aan. Voor dit object is alleen een numerieke indeling mogelijk.</string>
- <string id="vcSlotDomainDiscreteUsed">Geeft aan wat er wordt afgebeeld:het bereik van alle categoriegegevens in de visualisatie, of het gefilterde bereik. Als u bijvoorbeeld alle gegevens selecteert, worden alle legenda-items altijd in de visualisatie afgebeeld en blijft de kleur van elk legenda-item in de visualisatie gelijk. Als een categorie op een as wordt ingevoegd, wordt er voor alle gegevens op de as ruimte gereserveerd. Als u gefilterde gegevens selecteert, worden alleen gefilterde gegevens in de legenda en op de assen afgebeeld. De kleur van elk legenda-item kan veranderen als de gebruikers filteren op verschillende waarden in de visualisatie. </string>
- <string id="vcColumnSort">Geeft de gewenste sorteervolgorde aan.</string>
- <string id="vcSlotDomainScalar">Geeft aan hoe de minimum- en maximumwaarden voor de visualisatie moeten worden berekend.</string>
- <string id="vcRollupMethod">Geeft het type aggregatie aan dat moet worden toegepast als er extra gegevens worden gebruikt bij de visualisatie. </string>
- <string id="lcGroups">Geeft de groeperingsstructuur aan en het type aggregatie dat moet worden toegepast op samengevatte waarden voor gegroepeerde kop-en voetteksten.</string>
- <string id="multipleValuesLabel">Geeft de te gebruiken tekst aan wanneer een groep waarden is samengevouwen. De standaardwaarde is "####".</string>
- <string id="snapToRow">Bestuurt de viewport. Als deze optie is ingesteld op "ja", wordt de viewport vergrendeld aan het begin van een rij nadat een gebruiker stopt met bladeren.</string>
- <string id="allowColumnResize">Bepaalt of de breedte van de kolombreedte van de rapportuitvoer kan worden gewijzigd.</string>
- <string id="groupSpan">Bestuurt het gegevensscherm voor een gegroepeerde kolom, op basis van de volgende kolomwaarden.</string>
- <string id="lcSummaryHeader">Hiermee voegt u een koptekst toe aan de bovenkant van de gegevenstabel en geeft u aggregatieopties op voor samengevatte waarden.</string>
- <string id="lcSummaryFooter">Hiermee voegt u een voettekst toe aan de onderkant van de gegevenstabel en aggregaties samengevatte waarden.</string>
- <string id="lcExpandCollapseIndicatorColor">Geeft de kleur aan voor uitvouw/samenvouwen-indicators.</string>
- <string id="lcExpandCollapseIndicatorShape">Geeft de vorm aan voor het uitvouwen/samenvouwen van indicators.</string>
- <string id="lcColumnTitleLabel">Het label voor kolomtitels.</string>
- <string id="legacyDrillDown">Specifies default behaviour when drilling down on a crosstab, legacy chart, or list item. Expand replaces the drilled on item with its children inplace. Replace replaces the drilled on item and associated items with the children of the item and the item.</string>
- <string id="genericHints">Advanced configuration settings for the query engine.</string>
- </section>
- </component>
- </stringTable>
|